maandag 18 november 2013

Jamaïca boven, of toch niet

Usain Bolt is voor de vijfde keer door het IAAF verkozen tot atleet van het jaar. Ook bij de vrouwen ging de oppergaai naar Jamaïca(Fraser-Pryce). En dat terwijl Jamaïca meer en meer wordt geassocieerd met dopinggebruik. 

Verrassend kan je de verkiezing van Bolt niet noemen. Bolt won 10 van zijn 11 races over 100m en is ongeslagen op de 200m. Maar 2013 was ook het jaar dat de concurrentie het om allerlei redenen liet afweten. Zo werden Asafa Powell en Tyson Gay positief bevonden op het gebruik van prestatiebevorderende middelen en volgde in hun kielzog nog enkele andere Jamaïcaanse atleten. Enkel Justin Gatlin kon Bolt dit jaar kloppen in Rome. Lightning Bolt won op het wereldkampioenschap in Moskou, zij het zonder veel glans, zowel de 100, 200 als de 4x100m. Flitsend was het zeker niet, ondanks grote woorden en zijn openlijke aspiraties het wereldrecord op de 200m scherper te stellen. Met een tijd van 19.66 kwam Bolt niet eens in de buurt van zijn eigen wereldrecord. Ging het in 2008 nog allemaal vanzelf, dan geeft Bolt nu meer en meer de indruk voor elke meter te moeten zwoegen. Het flitsende is ervan af, maar Bolt staat ook vandaag nog eenzaam aan de top en het zal nog wel enige tijd duren vooraleer hij daar gezelschap krijgt. 

Ook bij de vrouwen ging de titel naar Jamaïca. Ann Fraser-Pryce presteerde synchroon met Bolt, waardoor de vakjury nog weinig keuze had. Ook Pryce won drie keer goud op de 100, 200 en 4x100m en vestigde op de eerste twee nummers tevens een wereldjaarprestatie. Ook het blazoen van Fraser-Pryce blijft (voorlopig) op het vlak van dopinggebruik ongeschonden. Al weet ze net iets moeilijker houding te geven als haar om een reactie wordt gevraagd. Vandaag, maandag red, kondigde ze zelfs aan dat ze mogelijk geen grote tornooien meer loopt zolang de (valse) speculaties aan haar adres aanhouden.  Dan reageert Bolt op dat vlak toch net dat tikkeltje volwassener. Maar dat men een probleem heeft in Jamaïca wat betreft doping kan natuurlijk niemand ontkennen. 

Bloedtesten
Het was een drukke periode voor het WADA dit voorjaar. Zowel Asafa Powel, Veronica Campbell-Browm en Sherone Simpson werden publiekelijk aan de schandpaal genageld. Vervuilde voedingsuplementen zouden aan de oorzaak liggen van de recente golf positieve dopinggevallen op het Caribische eiland. Campbell-Brown komt er naar alle waarschijnlijkheid vanaf met een waarschuwing opgelegd door het Jamaïcaanse Anti doping agentschap (JADCO). Datzelfde JADCO draagt overigens een bedenkelijke reputatie met zich mee. Zo zou in de 6 maanden voorafgaand aan de Spelen maar één dopingcontrole buiten competitie hebben plaatsgevonden. Blijkbaar hanteert men andere normen en waarden als het op de bestrijding van doping aankomt in Jamaïca. Het WADA zit bijzonder verveeld met de zaak en stuurde onlangs een team experten ter plaatse. Het WADA zal in de toekomst meer budget ter beschikking stellen voor dopingbestrijding, en jawel voor het eerst zullen Bolt en co ook onderworpen worden aan bloedtesten. In Jamaïca loopt men met andere woorden nog lichtjaren achter. Maar of dit voldoende zal zijn voor de boswachter om de stroper te slim af te zijn? 

Had het van mij persoonlijk afgehangen dan ging de titel dit jaar niet naar Bolt maar naar Ashton Eaton. Deze Amerikaan kroonde zich op overtuigende wijze tot wereldkampioen in de tienkamp. In feite is Eaton de meest complete atleet ter wereld, maar misschien ook wel de meest miskende.Hoewel decathlon aan populariteit wint staat deze discipline nog steeds in de schaduw van de sprintnummers. Eaton is er ook niet vies van harde statements te maken wat betreft dopinggebruik. Het maakt hem net iets geloofwaardiger dan pakweg Fraser-Pryce of Bolt, al steek ik ook voor Eaton zeker mijn hand niet in het vuur. 

dinsdag 5 november 2013

Verslag citytrip Manchester/Liverpool

Op de dag dat wij Belgen massaal naar het kerkhof trekken om onze dierbaren hulde te brengen maakte ik me vroeg in de ochtend klaar voor een citytrip richting Manchester/Liverpool. En daarbij kon een bezoek aan de plaatselijke voetbalclubs natuurlijk niet ontbreken.

Energiek hees ik mezelf uit bed omstreeks vier uur in de ochtend. Ik had gerust nog een half uur kunnen blijven liggen, maar uit vrees opnieuw in te dommelen en mezelf finaal te overslapen zat ik reeds om 10 na 4 aan het ontbijt. Na een vluchtige laatste inspectie van de bagage en het oppikken van enkele medepassagiers waren we omstreeks 6 uur op weg richting Brussels South, of Charleroi. Omwille van de hoge parkeerkosten die een bezoek aan Brussels South met zich meebrengt koos ik er wijselijk voor mijn wagen in een klein dorpje vlakbij de luchthaven te parkeren. Met een shuttlebus ging het vervolgens opnieuw richting luchthaven. De vriendelijke dame achter het stuur was er blijkbaar van overtuigd dat ik als piloot werkte voor Ryanair. Ik speelde het spel eventjes mee, maar al snel zag ze in dat ik haar in het ootje nam. Na een efficiënte en vlugge check-in volgde het eerste rustmoment van de dag. Even op adem komen, om daarna terug de motor in de hoogste versnelling te zetten bij aankomst in Manchester. 

Dit reisje stond al ettelijke jaren op onze agenda, maar om de een of andere reden kwam het er nooit van. Als liefhebber van het Engelse voetbal heb ik ondertussen al ettelijke wedstrijden in de Premier League bezocht. Fulham, Watford, Tottenham, West Ham. Londen is en blijft het mekka voor wie houdt van het Engelse voetbal, maar ik ging mijn blik meer en meer naar het noorden richten. Liverpool, Manchester United, Man City, Everton. Man, wat viel er nog veel te ontdekken. Het werd een geslaagde trip, die mijn stoutste verwachtingen overtrof. In totaal werden 5 stadions bezocht, waardoor ik nu nog 86 venues te gaan heb als ik ze alle 96 wil doen.

Privatiseringen
Manchester is een jonge en dynamische stad met veel studenten. Je kan het een beetje vergelijken met Leuven al wonen er wel om en bij de 400.000 mensen wat het de zesde grootste stad van Engeland maakt. De recente stadsvernieuwing, die mede tot stand kwam na de zware bomexplosie van het IRA in het centrum van de stad in 1996, geeft Manchester een moderne aanblik. Je merkt aan alles dat men hier niet is vastgeroest in het verleden. Al kwam die ommezwaai er grotendeels uit noodzaak. De enorme golf van privatiseringen, die Engeland begin jaren tachtig overspoelde na het aantreden van Margaret Tatcher,zorgde ervoor dat de industrie wegtrok uit Manchester. De vele grote fabriekshallen verspreid over het centrum van de stad zijn nu niet meer dan een pijnlijke herinnering aan een periode die de plaatselijke bevolking zo snel mogelijk wil vergeten. Veel van die fabrieksgebouwen worden nu overigens nog steeds gebruikt als overdekte parking. Op die manier vangt men twee vliegen in één klap, want je lost zo niet enkel het parkeerprobleem op, maar je handhaaft in één klap ook het patrimonium van de stad. 

Omstreeks half twaalf kwamen we dan eindelijk toe aan ons hotel. We zouden die eerste nacht verblijven in het Ibis Budget Hotel. Een basic hotel in moderne stijl, meer hadden we absoluut niet nodig. Old Trafford stond als eerste op de planning. De weergoden waren ons gedurende het hele weekend niet goed gezind. Op regelmatige basis kregen we af te rekenen met fikse stortregens en stormwinden. Half doorweekt kwamen we uiteindelijk aan in het 'Theatre of Dreams'. Regelrecht ging het meteen naar de fanshop, waar men veel te hoge prijzen hanteerde. Manchester United is ontzettend populair in Azië en dat merk je nergens beter dan in de fanshop waar gefortuneerde Aziaten gretig hun portemonnees legen. Ons bezoekje aan Old Trafford kreeg overigens nog een onverwachte climax. Toen we wat rondslenterden nabij het stadion merkten we dat één van de stadiongidsen de toegang tot de loges had vergeten af te sluiten. Deze kans konden we onmogelijk laten liggen en stiekem slopen we naar binnen om uiteindelijk in de business lounge met uitzicht op het veld te belanden. Mijn hart bonsde in mijn keel, maar wat was het genieten van de aanblik van de lege tribunes en het grasveld dat werd bijgelicht. Omdat het natuurlijk niet altijd om voetbal kan draaien volgde nadien een bezoek aan het vlakbij gelegen Imperial War Museum. Een echte aanrader overigens, al hielp het wel dat een van onze metgezellen zich opwierp als expert ter zake. Absoluut een aanrader. Als studentenstad bij uitstek had ik bijzonder hoge verwachtingen van het nachtleven in Manchester. Deze werden maar halvelings ingevuld met als negatieve uitschieter een bezoek aan een nachtclub waar zowat de helft van de aanwezigen zichtbaar onder invloed van coke en drugs aan het feesten was. Al was het zeker geen slechte avond.

Sardienen in blik
Zaterdag 2 november stond zowaar een bezoek aan Wigan Athletic op het programma. Wigan is in feite een voorstad van Manchester en speelde enkele jaren in de Premier League, waaruit ze vorig jaar degradeerden. Wigan zou het die dag opnemen tegen Huddersfield. Een club met een rijke historie. In de vroege jaren 20 en 30 werden maar liefst drie titels behaald. De Belgen maken momenteel massaal het mooie weer in de Premier League. Huddersfield was op dat vlak een van de trendsetters. Nico Vaesen stond er van 1998 tot 2001 onder de lat en ze zijn er hem nog niet vergeten bleek toen ik even een praatje stond te maken met een van de naar schatting 200 Hudersfield supporters op de trein richting Wigan. Die treinreis verliep als sardienen bij elkaar gepakt in een helse atmosfeer. Songs werden door de hele coupé meegebruld, de sfeer zat er uitstekend in. Dat liet alvast het beste vermoeden voor in het stadion. Door een slordigheid van mijn kant kwamen we overigens maar net op tijd aan bij het stadion. We gingen ervan uit dat de match zou beginnen om 16:00, het bleek uiteindelijk 15:00 uur te zijn. Na een discussie of we al dan niet binnen mochten met onze rugzakken zaten we omstreeks 6 na 3 op onze plaatsen. In totaal bleken een 4000 supporters van Huddersfield de relatief korte verplaatsing van 70 kilometer te hebben gemaakt en dat voor een match in tweede klasse. De match had niet zo heel veel om het lijf. Wigan dicteerde voornamelijk in de eerste helft de wet en kwam al vrij vroeg op voorsprong. Net voor rust mocht het uitvak vieren. De sfeer in het stadion had bijzonder weinig om het lijf. Dan was het in de trein een stuk gezelliger. Uiteindelijk zou Wigan de wedstrijd met 2-1 winnen, al hadden we er zeker meer van verwacht. 

Deel 2 van onze reis speelde zich af in Liverpool, waar we omstreeks 18:30 arriveerden. Na ingecheckt te hebben in het Pineapple Hotel ging het richting centrum van de stad. De regen viel bij wijlen opnieuw met bakken uit de lucht vergezeld van stevige windstoten. Die waren een stuk heviger dan eerder op de dag in Manchester, aangezien Liverpool ook vlakbij de Atlantische Oceaan gelegen is. Als gevolg van de regen waren de restaurantjes en eetgelegenheden goedgevuld en werden we verscheidene malen vriendelijk de deur gewezen.Na dik een half uur zoeken vonden we uiteindelijk een leuk Italiaans restaurant waar men serveerde volgens het principe van een tapasrestaurant. Je kon er verscheiden Italiaanse lekkernijen proeven aan schappelijke prijzen. De ober toverde een gans smakenpallet op ons bord en ik genoot van een heerlijke zalmpasta, Risotto en een gevulde kippenborst. Vervolgens ging het dan richting The Cavern Club, waar de Beatles ooit hun eerste optredens hebben gegeven.  Nog elke dag treden er live acts op in de hoop ooit in de voetsporen van de Magic Four te mogen treden. Vervolgens vlogen we opnieuw de nacht in en werd in tal van pubs en nachtclubs nog tot de vroege uurtjes gefeest.    

Toen ik zondagmorgen het gordijn van mijn hotelkamer opentrok was het opnieuw stevig aan het regenen. Het had geen invloed op mijn humeur, want Everton-Tottenham stond op het programma. Een match waarin we ongetwijfeld enkele Belgen aan het werk zouden zien. Het Engels ontbijt met worst, boonen, een spiegelei en spek smaakte me uitstekend en al vroeg vertrokken we richting Goodison Park. Met de Belgische vlag gedrappeerd om mijn schouders trokken we best wel de aandacht. Geen hoongelach deze keer om onze driekleur. Het respect voor de Belgen in Engeland is bijzonder groot. Ik was voor het eerst in mijn leven echt trots op mijn land. Ik probeerde  voor de match nog tevergeefs de aandacht te trekken van Mirallas en Lukaku. De match begon goed met een pressend Tottenham dat Everton meteen achteruit drong. De partij verwaterde al snel en zeker in de tweede helft drongen beide ploegen nog nauwelijks aan. De ironie van het lot zorgde ervoor dat we van die tweede helft niet zo heel veel te zien kregen. Het hele weekend regende het pijpenstelen, maar uitgerekend in de tweede helft brak de laagstaande zon door. (check link onderaan). De Belgen presteerden matig. Vertonghen legde als linksachter Mirallas aan banden en Lukaku stond op een eiland te voetballen. Dembele kreeg ook nog enkele speelminuten. Vertonghen zou later tot Man of the Match gekroond worden. Meer dan terecht, want zijn rushes leverde bijzonder veel doelgevaar op. De terugreis verliep voor de rest voorspoedig en moe maar voldaan kroop ik omstreeks half twee onder de wol.