zaterdag 25 oktober 2014

Jonge wolven, sluwe vossen

De bomen verliezen hun bladeren, het jachtseizoen schiet zich stilaan op gang en de eerste herfststorm is alweer gepasseerd. De hoogste tijd dus om ook op deze blog over te schakelen op veldritmodus.  We mogen ons opnieuw verlekkeren op een ouderwets duel België-Nederland.

Wat heb ik als klein jongetje toch vaak zitten vloeken op die dekselse Richard Groenendaal.
Mathieu van der Poel
Groenendaal vulde met verve de leegte op die was ontstaan na het afhaken van Adri van der Poel over de Moerdijk. Het hoogtepunt voor Groenendaal, en meteen een dieptepunt voor crossminnend Vlaanderen, was het behalen van de wereldtitel in Sint-Michielsgestel in 2000.  Nota bene in zijn eigen woonplaats. Het tactische steekspel tussen een toen nog onervaren Nys en een geslepen vos als Mario De Clerq leverde prachtige beelden op van een ontredderde Nys en een tot krokodillentranen toe bewogen De Clerq. Die gebeurtenissen tekenden Nys voor de rest van zijn carrière. Tot op de dag van vandaag. Nu de wissel van de wacht in Nederland zich eindelijk voltrokken heeft en de generatie Groenendaal/Boom stilaan in het vergeetputje terechtkomt kunnen de messen opnieuw geslepen worden.

Mathieu van der Poel, David van der Poel en pitbull Lars van der Haar zijn jonge eergierige wolven die maar wat graag de hegemonie van de Belgen voor eens en altijd willen doorbreken. Afgelopen zondag demonstreerde de kleine van der Haar zijn klasse op de Cauberg. In Gieten wist Mathieu van der Poel een schijnbaar uitzichtloze situatie toch nog recht te zetten om meteen zijn eerste zege in de Superprestige op zak te steken. Een binnenkomer die kan tellen voor de nog altijd maar 19-jarige van der Poel.  En in Ronse bewees Nys dat hij op zware omlopen nog steeds zo goed als onklopbaar is. Nys torst vooralsnog op zijn eentje de hoop van de natie na het jammerlijke verlies van Niels Albert, die met hartproblemen noodgedwongen een punt moest zetten achter zijn carrière. Supertalent Wout Van Aert wil nog een jaartje rijpen bij de beloften en zal slechts sporadisch met de grote jongens koersen. Blijven over Klaas Vantornhout, Tom Meeusen en eeuwige belofte Kevin Pauwels. Aan hen om de leemte op te vullen die ontstaan is na het wegvallen van Niels Albert. Vlaanderen zit te wachten op een nieuwe kroonprins die het lef heeft Nys van de troon te stoten. Pauwels is bijzonder wisselvallig mentaal broos en heeft het moeilijk op zware omlopen. Vantornhout is dan weer eerder een volger/overlever en geen geboren aanvaller. Tom Meeusen heeft dan weer wel een groot strijdershart maar mist continuïteit in zijn prestaties.

"Vlaanderen zit te wachten op een nieuwe kroonprins die het lef heeft Nys van de troon te stoten."

Sven Nys moet mee de Belgische eer hoog houden
Gelukkig zijn er nog de Nederlanders die niet vies zijn van een beetje modder of ijswater en het comfortabele asfalt laten voor wat het is. Hoewel van der Poel ook op de weg aardig uit de voeten kan en hij zelf al te kennen gaf op termijn misschien wel Lars Boom achterna te gaan focust hij zich nu volledig op het veld. Dankzij zijn rijzige gestalte kan van der Poel in het veld enorm veel kracht ontwikkelen. Eens zijn motor aanslaat is hij nog maar moeilijk te houden Van der Haar is dan weer technisch onderlegd en komt ook beter tot zijn recht op een technisch veeleisend parcours. Een Oranje dominantie behoort dus zeker tot de mogelijkheden. Geen slechte zaak voor het veldrijden, dat ondanks verwoede pogingen om ook in de Verenigde Staten als brede volkssport gelanceerd te raken, allesbehalve een mondiale sport kan genoemd worden. Zo lang er strijd is tussen de Lage Landen zal de cross zonder veel problemen overleven en interessant blijven voor Jan met de pet. Al zijn goede Tsjechen, Zwitsers, Fransen en Italianen ook meer dan welkom. Wat we vooral moeten vermijden zijn balorige toestanden met het gooien van bier, het massale boegeroep en de occasionele karatetrap. Goede buitenlandse crossers moeten we koesteren en zeker niet bespuwen zoals in het verleden als is gebeurd met Groenendaal en Boom.

Niet enkel sportief belooft het een boeiend jaar te worden. Ook hetgeen ernaast gebeurt is minstens zo interessant. Sven Nys wees de Belgische crossers de afgelopen weken meermaals op hun plichten in de pers en stelde onomwonden dat Vantornout en Pauwels maar beter eens in de spiegel kunnen kijken. Mario De Clerq ploegleider bij Sunweb-Napoleon Games, pleitte er dan weer voor om de startgelden drastisch te verlagen. Ironisch dat deze woorden net uit zijn mond komen. Vantornout weigerde twee weken geleden te starten in Ardooie omdat ze hem niet genoeg startgeld konden betalen. Zulke beslissingen neem je in overleg met je ploegleider, toch?  De toppers in het crossen lijken alvast niet geneigd om hun royale startgelden zomaar overboord te gooien. Wie Sven Nys aan de start wil brengen van een klassementscross betaalt bijvoorbeeld 8.000 euro. Voor een losse cross zoals dit weekend in Meulebeke kan dit oplopen tot 15.000. Het voorstel dat nu op tafel ligt en gesteund wordt door UCI-coördinator Van Den Abeele, wil de startgelden drastisch inperken en het prijzengeld de hoogte injagen. Zo vermijdt je dat crossers louter voor het startgeld aan de start komen en ongeïnspireerd rondrijden. Het zou alvast een enorme stimulans zijn voor de mindere goden, die ook nu nog vlot 1.000 euro startgeld opstrijken, om nog harder te trainen.

donderdag 9 oktober 2014

Snel, Sneller, snelst

2 uur 2 minuten en 57. Dat is de tijd die de Keniaan Dennis Kimetto nodig had om de marathon van Berlijn naar zijn hand te zetten. Hij knabbelt en passant ook maar liefst 26 seconden van het vorige wereldrecord, dat op naam stond van Wilson Kipsang. Rest de vraag hoe lang het nog zal duren vooraleer de magische grens van 2 uur wordt doorbroken?  En kunnen we die Kenianen wel vertrouwen?

Als we even de technische details van het nieuwe wereldrecord onder de loep nemen dan zien we dat Kimetto de 42,195 km overbrugde met een gemiddelde van 2'54" per kilometer. Dat komt neer op een snelheid van 20,6 kilometer per uur. Een simpel rekensommetje leert ons dat wie onder de 2 uur wil duiken nog eens 3 minuten sneller moet lopen, wat grosso modo neerkomt op een gemiddelde snelheid van 21.1 kilometer per uur. Als we kijken naar de evolutie van het wereldrecord dan is deze de laatste 6 jaar met een minuut scherper gesteld. In 2008 liep Haile Gebrselassie in Berlijn naar 2h 3' 59". Als we deze lijn doortrekken duurt het dus nog zeker 20 jaar vooraleer iemand onder de grens van 2 uur duikt. Het wereldrecord kent het laatste decennium een lineaire progressie. In 2003 liep Paul Tergat voor het eerst onder 2h en 5 minuten.  Het lijdt haast geen twijfel dat die lineaire progressie de komende jaren zal vertragen. Er zijn nu eenmaal grenzen aan het menselijk kunnen. De befaamde atletenmanager Jos Hermens, die onder meer Gebrselassie begeleidde, voorspelt echter dat binnen dit en 15 jaar die grens al wel eens doorbroken zou kunnen worden. "Het hangt er maar net van af in hoeverre de Kenianen willen meestappen in het verhaal om hun sport op een nog wetenschappelijkere manier te benaderen", aldus Hermens.  Het is een publiek geheim dat Kenianen trainen op gevoel en lak hebben aan elke vorm van professionele begeleiding.

Louche apothekers
Is het succes van de Oost-Afrikanen in de marathon louter toe te schrijven aan de verbeterde trainingsomstandigheden of spelen ook andere zaken een rol? En dan komen we al snel uit bij het o zo gevreesde 6-letterwoord; doping.  Luc Krotwaar, een voormalige Nederlandse topper op de marathon, windt er alvast geen doekjes om. "Ik stel mij alvast serieuze vragen bij dit nieuwe wereldrecord. Alles onder de 2 h 5' neem ik met een serieus korreltje zout." Volgens Krotwaar gebruiken de Keniaanse atleten vooral in hun aanloopperiode naar de marathon verboden middelen. Die werken ze meestal af in Iten, Kenia, op grote hoogte ver weg van de geciviliseerde wereld. Het Keniaanse nationale dopingagentschap heeft  op zijn zachtst gezegd geen al te beste reputatie en werd hiervoor al meermaals door het WADA op de vingers getikt. Voor dopingcontroleurs is het een hele klus om bloedstalen te verzamelen in die afgelegen gebieden. Komt nog eens bij dat deze stalen, voor een optimaal resultaat, binnen de 1,5 in het labo moeten zijn. In feite komt het er dus op neer dat Keniaanse marathonlopers zonder veel poeha kunnen trainen. Een reportage op de Duitse zender ARD in aanloop naar de Olympische Spelen in Londen toonde aan dat een circuit van louche managers en apothekers Keniaanse atleten er toe aanzetten hun toevlucht tot verboden middelen te zoeken. Mathew Kisorio is één van die zondaars en heeft er nu een doel van gemaakt de omerta rond dopinggebruik in zijn land te doorbreken. Kisorio, een voormalig toptalent op 5.000 en 10.000m bij de junioren, werd in juni betrapt op het gebruik van anabole steroïden in de aanloop naar de Spelen van Londen. Hij claimt alvast niet de enige te zijn. " Dopinggebruik is een groot probleem in Kenia. Atleten beseffen dat de pakkans minimaal is en louche apothekers zien grof geld en beloven atleten een grote carrière." Feit is dat deze atleten weinig of niets te verliezen hebben en dan is de stap naar dopinggebruik natuurlijk snel gezet.
"Kenianen stappen alsmaar meer af van het klassieke carrièreplan. De focus ligt niet langer op de piste."
Komon gaat in Eindhoven op jacht naar de snelste debuuttijd
Steeds jonger
Tot op heden heden is nog geen enkele Keniaanse topatleet in het marathonlopen tegen de lamp gelopen. De Keniaanse suprematie krijgt dus vooralsnog het voordeel van de twijfel. Maar wat maakt dat het wereldrecord nu om de haverklap wordt scherper gesteld? Het record van de Ethiopiër Densamo, 2:06.50 gevestigd in Rotterdam 1988, hield maar liefst 10 jaar stand. De laatste 10 jaar kent het wereldrecord geen rust meer en is het al 5 keer verbeterd.  En met Amsterdam en Chicago nog op het programma en het debuut van Leonard Komon in de marathon van Eindhoven is er misschien nog wel een verrassing in de maak. Een van die oorzaken is dat Kenianen, en bij uitbreiding Ethiopiërs,  afstappen van het klassieke carrièreplan dat hen eerst voor de piste laat kiezen en daarna pas voor de weg. Een carrière op de weg was immers voor atleten die tegen hun pensioen aanliepen. Denken we maar aan Paul Tergat die zich pas op 33-jarige leeftijd waagde aan de klassieke afstand. De Ethiopiër Mekonnen won dit jaar de Dubai Marathon in een recordtijd van 2: 4' 23". De snelste debuuttijd ooit op de marathon. Best knap voor een knaap van maar 18. En natuurlijk helpt het dat organisatoren van grote stadsmarathons niet zuinig zijn op startpremies en prijzengelden. Mekkonen kreeg voor zijn overwinning een slordige 200.000 dollar op zijn rekening gestort. Deze atleten spenderen hun beste jaren van hun leven aan de marathon, waardoor er nu absurd snelle tijden worden gelopen. Nadeel is dan weer dat deze carrières vaak maar 5 a 7 jaar duren. De marathon is een korte doodlopende straat. Eenmaal je keuze gemaakt is er geen weg terug. De Keniaanse atletiekbond ziet dan ook met lede ogen de grootste talenten kiezen voor een carrière op de weg. En dat laat zich voelen op de piste. Londen was met amper 2 gouden medailles een groot fiasco. In 2008 waren het er nog 6. Dat is overigens ook een van de redenen dat blanke atleten opnieuw meer van zich doen spreken op de piste  (Willis, Galen Rupp). De heerschappij van de Kenianen heeft zich nu verplaatst van de piste naar de marathon.

Er zit zeker nog rek op het nieuwe wereldrecord van Kimetto. Die kon wel rekenen op uitstekende weersomstandigheden en een biljartvlak parcours. Dat zal niet elk jaar het geval zijn. Zeg nooit nooit, die duik onder de 2 uur kan er wel eens sneller aankomen dan de meeste denken. Wie had er 60 jaar geleden bijvoorbeeld gedacht dat Roger Bannister op een druilige winderige dag voor het eerst de mijl onder de vier minuten zou lopen?