vrijdag 13 november 2015

Meb Keflezighi

Meb Keflezighi, veel kans dat u nog nooit van deze Amerikaanse atleet heeft gehoord. Hoewel hij reeds een aardig palmares bij elkaar liep bleven zijn knappe prestaties in onze contreien onderbelicht. Tijd om daar verandering in te brengen. 

Ik zal het maar eerlijk toegeven, ik pleit eveneens schuldig. Het was pas in 2014 dat ik Meb op mijn radar signaleerde.  Hij had toen net de Boston Marathon op zijn naam geschreven en was hiermee de eerste Amerikaan in meer dan 30 jaar die daarin slaagde.  Hij was ermee overigens niet aan zijn proefstuk toe. In 2009 flikte hij hetzelfde huzarenstukje ook al eens in New York, waar  de Amerikanen ook al sinds 1982 op hun honger zaten.  En in 2004 veroverde hij in Athene de zilveren medaille op de marathon. Het was al van 1976 en Frank Shorter geleden dat een Amerikaan daarin slaagde. Een ding staat vast.  Meb Keflezighi is een man voor de geschiedenisboeken en een inspiratiebron voor veel van zijn landgenoten. 

Meb na zijn zege in Boston
Immigratie is al sinds mensenheugenis de motor van het succes van de Verenigde Staten.  Zo zijn tal van multinationals ontsproten uit het brein van immigranten op zoek naar een beter leven. Zij hebben de drive en de wilskracht om elke kans te grijpen die hen wordt geboden. Keflezighi is daar geen uitzondering op. Hij werd geboren in 1975. Niet in een comfortabel kraambed omringd door hoogopgeleide verpleegsters, maar wel in een door oorlog getroffen Eritrea, waar geen elektriciteit of stromend water voorhanden was.  Het conflict en de dreigende oorlog met buurland Ethiopië dreef het gezin richting Italië, alvorens in San Diego te belanden.  De eerste jaren in de VS werden een ware beproeving voor het jonge gezin. Vader Keflezighi klopte lange dagen als taxichauffeur om ervoor te zorgen dat de kinderen niets tekort kwamen. De opofferingen die zijn ouders hebben moeten leveren zijn hem altijd bijgebleven. Meb's helden zijn niet alleen ronkende namen uit de atletiek als Steven Prefontaine, Steve Scott enPaul Tergat maar vooral zijn ouders Russom en Awetash.  Zijn motto? "Don't sit on the coach, do something optimistic". 

Keflezighi interesseerde zich aanvankelijk niet in de loopsport. Hij vond het vooral raar om kinderen te zien rennen zonder bal in de buurt. Pas begin jaren 90 sloeg de vonk over toen hij in zijn eerste wedstrijd een mijl onder 5:20 liep. Vanaf dat moment komt Meb tot inzicht dat hij voor deze sport is geboren. "Het is niet iedereen gegeven om op die leeftijd een mijl te lopen in 5:20, dit is een gift van god", zei hij daar later over in zijn biografie. Al is hij de eerste om te beseffen dat er hard zal gewerkt moeten worden om de top te bereiken. Meb's talent bleef niet onopgemerkt. Hij krijgt een studiebeurs voor de University of Californië toegekend en maakt al snel furore in het NCAA-circuit, waar hij op de piste en in het veldverscheidenen titels in de wacht sleept. Keflezighi groeit na zijn schoolcarriere uit tot een meer dan verdienstelijk baanatleet. Zijn Amerikaans record op 10.000 meter, 27:13 gelopen in 2001, houdt bijna tien jaar stand.

Strijdershart
Zijn kennismaking met de lange afstand werd er eentje in mineur. In zijn eerste marathon van New York in 2002 gaat hij veel te voortvarend van start. Opgejut door de uitgelaten massa langsheen 1st avenue blaast hij zijn motor op en komt hij uitgeput als 9de over de streep in 2:12 39". Meb startte die dag in de overtuiging dat hij zou winnen. Aan statistieken en tijden heeft hij een broertje dood. Zijn enorme strijdershart maakt hem uiterst geschikt voor de grote Amerikaanse stadsmarathons, waar er meestal geen hazen aan te pas komen. Mentaal is Keflezighi ijzersterk en hij is ook nooit beroerd de handschoen op te nemen en de strijd aan te gaan met de Kenianen, de opperheersers op de marathon. " Tijdens training geeft het fysieke luik voor 90 % de doorslag en het mentale speelt voor 10 % mee. Op wedstrijddag zijn de verhoudingen omgedraaid en draait het vooral om het mentale aspect".  Die ijzersterke mentale weerbaarheid bewees hij op Boxing Day 2014 tijdens de Marathon van Boston. Terwijl een groot gedeelte van Massachusetts van een zonnige vrije dag geniet en half Boston is uitgelopen om de lopers een hart onder de riem te steken is Meb vanaf het startschot op oorlogspad. Hij krijgt een vrijgeleide en loopt al snel een minuut bij elkaar. Keflezighi is op dat moment met zijn 39 jaar in de nadagen van zijn carrière. De achtervolgers gaan ervan uit dat ze hem nog zullen terugnemen. Aan de finish bedraagt de kloof met de nummer 2, Chebet, een luttele 10 seconden na een heroïsch gevecht in de slotfase van de marathon. Een droom komt uit voor Keflezighi die wenend in de armen van zijn coach valt. Een jaar na de dramatische bomaanslagen, die bijna het einde betekende voor de oudste marathon ter wereld, wint opnieuw een Amerikaan.  Symbolischer kan haast niet.


De overwinning zou er nooit zijn gekomen zonder de vreemde speling van het lot. Keflezighi had namelijk een tweejarig contract afgesloten met de marathon van New York, waar hij naar alle waarschijnlijkheid zijn laatste marathon zou lopen. De doorkomst van orkaan Katrina in november 2012 gooide roet in het eten. Keflezighi gaat opnieuw in training en is van plan om in Boston een mooi slotstuk aan zijn carrière te breien. Door een blessure moet hij echter verstek laten gaan, maar hij is wel aanwezig als toeschouwer. Op amper 150 meter van de plaats waar de bom ontploft is hij getuige van de chaos die de broers Tsarnaev aanrichten. Vanaf dat moment is Meb vastbesloten om deze wedstrijd het jaar nadien te winnen. Niet voor zichzelf, maar voor de slachtoffers van de bomaanslag. Van zijn prijzengeld van 150.000 dollar schenkt hij 10.000 dollar aan een 8-jarig jongetje dat ernstig gewond raakte die dag. De namen van de slachtoffers heeft hij achter op zijn borstnummer geschreven. De overwinning van Meb is een pleister op de ziel van de Amerikanen. De tranen vloeien rijkelijk die dag wanneer het Amerikaans volkslied weerklinkt op Boylston Street.

De zege in Boston is een bekroning voor een carrière die nog niet ten einde is. Als alles volgens plan verloopt volgt in Rio het orgelpunt, hij zal dan de 40 gepasseerd zijn. Begin november brak hij nog het masterrecord in zijn New York.  Een laatste keer zal hij zich afbeulen in het schilderachtige decor rond Mammoth Lakes, waar ook Koen Naert zijn olympische droom gestalte gaat geven dit voorjaar,  om vervolgens te strijden voor de medailles in Rio de Janeiro. Je bent een krijger, of je bent het niet.

woensdag 21 oktober 2015

Verslag halve marathon van Valencia

Mooi weer, een leuk parcours en een kwalitatief deelnemersveld. Daarvoor staat de halve marathon van Valencia, Iaaf Silver label,  genoegzaam bekend. Voor mij genoeg redenen om mijn valies te pakken en de omstandigheden ter plaatse te gaan checken. Ik kwam allesbehalve van een kale reis terug.

Om 6 uur 's morgens had ik reeds mijn ontbijt achter de kiezen. Een kleverig havermoutpapje met wat rozijnen moest volstaan om mij exact 21,1 km aan brandstof te voorzien. Ik kon alvast beroep doen op mijn zuinige-en propere- dieselmotor,  want er stond dan ook amper een zuchtje wind. De start van deze halve marathon vindt plaats aan de haven, die in 2007 ter gelegenheid van de America's Cup, een van de meest prestigieuze zeilcompetities, een stevige upgrade kreeg. Een late noodzakelijke sanitaire stop zorgde ervoor dat ik vrij ver vanachter in het eerste startvak moest starten.  Zigzaggend passeerde ik tal van lopers, toeschouwers en fotografen, die het wel leuk vonden om plaats te nemen tussen de lopers op het parcours. Bijzonder gevaarlijke ssituaties leverde dat op.

Het is altijd bang afwachten hoe de benen aanvoelen in die eerste kilometers. Heb ik de reis wel goed verteerd en heb ik gisteren niet net iets te veel rondgelopen in de stad in de hoop toch geen enkele toeristische hotspot te missen? En ja misschien was het ook geen goed idee om naar de match Valencia-Malaga te gaan kijken die pas begon om 22 uur. Maar ach de voetbalfreak in mij zou het niet geaccepteerd hebben als ik die wedstrijd had laten schieten.  Na een drietal kilometer vormt zich een omvangrijke groep van een 20-tal atleten die zich uiteindelijk stelselmatig zal uitdunnen.  Ik kan u alvast verklappen dat ik tot de finaleronde met de laatste 10 ben geraakt.  Daarvoor loopt naar schatting nog een man/vrouw of veertig waarvan de helft met Afrikaanse roots.

Mannen met baarden
Ik viel echt wel helemaal uit de toon in mijn groep. Dat bestond voornamelijk uit bebaarde spanjaarden, die er uitzagen alsof ze de gloriedagen van de conquistadors nieuw leven wilden inblazen. De ene had daarbij al wat meer hipsterallures dan de andere. Toch ook maar eens overwegen om mee te gaan in die rage en wat baardbegroeiing te laten staan bij mijn volgende wedstrijd in Spanje. Ik had een goede dag en dan ben ik nooit uit de voorste gelederen weg te slaan. Na een kilometer of 5 liet ik het groepje met bebaarde Spanjaarden even voor wat het was omdat het tempo even stokte. Ik kon de einzelganger in mij al snel bedwingen en een kilometer verder liet ik mij opnieuw opslorpen door dit peloton. Na 16:40 passeerde het nummer 6682 , ik dus, die vijfde kilometer. De temperatuur bedroeg een aangename 21 graden. Ik maakte er een een spelletje van om de ideale lijn te volgen die in het blauw was aangebracht op de pikzwarte en puntgave asfaltstroken. Al stel ik mij wel vragen over de correctheid hiervan aangezien mijn Gps-horloge aan de finish 21, 45 aangaf. Misschien iets te veel zigzagbewegingen gemaakt bij het ontwijken van de vele fotografen op het parcours aan de start. :-) 

De publieke belangstelling viel best tegen. Ik herinner mij veel dikkere rijen langs de kant tijdens de marathon van Barcelona. Maar ja, om 9 uur steekt elke zichzelf respecterende Valenciaan nog in zijn bed. Het levensritme is hier ook heel anders ingedeeld dan bij ons, waarbij het avondmaal vaak pas om 10 uur wordt gegeten. De halve marathon zelf, een prelude voor de Valencia marathon in november, kon dit jaar rekenen op iets meer dan 10.000 deelnemers. Het parcours deed vooral de rand van de stad aan. Historische gebouwen kregen we dus amper te zien. De route bracht de deelnemers wel verschillende malen langs het Ciudad de las Artes y Sciences. Met dit prestigieus project is Valencia erin geslaagd zich op de kaart te zetten als referentie op vlak van moderne kunst en wetenschap. Al viel het wetenschapsmuseum, een van de vier gigantisch futuristische bouwwerken binnen het park, niet echt in de smaak bij mezelf. Het project, dat honderden miljoenen euro's heeft gekost, heeft mee de ziel van Valencia helpen vorm gegeven. Maar daar hangt dan ook een stevig prijskaartje aan vast van enkele honderden miljoenen euro's. Valencia kijkt dan ook niet op een euro meer of minder.  500 miljoen euro om de America's Cup binnen te halen in 2007, nog eens 150 miljoen euro om de Formule 1 naar de stad te halen en zo kan ik nog wel een tijdje doorgaan. Al houdt de stad de laatste jaren nu wel noodgedwongen de vinger op de knip. 

Krampen

Ciudad de las Artes y Sciences
Oktober is traditioneel marathonmaand en een halve marathon die op zichzelf staat is in deze periode dan ook een zeldzaamheid. De Keniaan Abraham Cheroben maakte zijn favorietenrol bij de mannen waar en kon in de laatste 4 kilometer nog een aanzienlijk gat slaan met zijn landgenoot Matthew Kipkoech. Hij won de wedstrijd in een sterke 59:10. Bij de vrouwen was het minder spannend en ging de zege naar de Ethiopische Kebede. In mijn race ging het er een stukje langzamer aan toe. Ik passeerde Kilometerpaal 10 in 33:37. Het gehijg in het groepje  begon stevig aan te zwellen. Zowel voor als achter mij zag ik atleten die het krap lastig kregen om het tempo te volgen. Een kleine speldenprik en een kilometer aan 3:12 zorgde ervoor dat enkele atleten de rol moesten lossen.  Niks te vroeg, want ik was het stilaan zat dat ik voortdurend op de enkels werd getikt. Al kreeg ik zelf ook wel enkele vieze blikken te verwerken. Het voortdurend afremmen en corrigeren bij het lopen in groep was ook een van de redenen dat ik er bij mijn marathons steevast voor koos om alleen te lopen. Daar kom ik nu stilaan van terug en deze halve marathon is dan ook een ideaal leermoment.  Kilometer 15 wordt gerond in 50:41. Ik zat op koers voor een verpulvering van mijn persoonlijke beste, die 1h13' 14" bedraagt, gelopen in Den Haag als voorbereiding op Boston. Was het de warmte of het voortdurend corrigeren van mijn looppas, maar rond kilometer 18 kreeg ik serieuze krampen in mijn benen. Het maakte elke bocht en hobbel in het parcours tot een ware marteling. Ik moest het groepje waarin ik de hele wedstrijd liep laten gaan. Het was nu zaak om op eigen tempo te finishen. Ik probeerde elke negatieve gedachte te bedwingen en het lukte mij om het tempo niet al te veel te laten zakken. De laatste kilometers werden afgehaspeld aan 3:35 en ik verloor iets meer dan een halve minuut op het groepje waarin ik liep. Licht vloekend liep ik als 60 ste over de finish in 1h12' 04" , om daarna snel tot het besef te komen dat ik best vrede mocht nemen met deze prestatie. 

De halve marathon van Valencia was een leuk 'tussendoel' voor mij en vooral bedoeld om mijn blazoen terug op te poetsen als langeafstandsloper. Dat ik in de marathon van Boston niet presteerde zoals gehoopt had toch zijn sporen nagelaten. Ook het zomerseizoen liep niet zoals gepland, door de naweeën van een blessure na Boston waar ik toch lange tijd mee sukkelde. Hopelijk blijven we nu gespaard van blessures en kunnen we via een goede winter de basis leggen voor een goed pisteseizoen om dan in het najaar hopelijk opnieuw te knallen op een marathon.

zondag 19 juli 2015

Anorexia Sportiva

Anorexia, of de sportieve variant van deze aandoening "anorexia sportiva" lijkt wel het nieuwe wondermiddel te zijn in de sportwereld. Hoe magerder, hoe sneller je loopt, fietst of zwemt.  De extreme magerzucht in het peloton, met Team Sky als exponent, is allerminst fraai om zien. 

Op een doordeweekse dag toen ik in het Hasseltse Stationsbuffet de krant doorbladerde kwam al snel het onderwerp Froome ter sprake. Een collega van mij maakte al grappend de opmerking dat als je een brood richting Froome zou gooien, je het gesneden zou terugkrijgen. Een licht kalende man van een eind in de 40 mengde zich al gauw in de debatten. De man bleek zelf een niet onverdienstelijk atleet te zijn met een persoonlijk record van 13'40" op 5000m . "Ik weet wat het is om te streven naar een vetgehalte van minder dan 5 procent", viel de man ,wiens naam ik ben vergeten te vragen , ons in de rede. " Gek werd ik ervan. Het doet wat met een mens om jezelf zo'n Spartaans regime op te leggen. Niet enkel fysiek, maar ook mentaal. Ik was in die tijd niet het meest aangename gezelschap besef ik nu."



Een dag na de ontmoeting met deze man werd ik geconfronteerd met een nieuw geval "Froome". Bij de samenvatting van de Diamond League meeting in Monaco liep de Keniaan Asbel Kiprop naar een fenomenale tijd van 3'26" en brak hij ei zo na het ongenaakbaar geachte record van Hicham El Guerrouj op de 1500 m.  Toen ik de stekkenbeentjes van Kiprop in close-up te zien kreeg had ik onmiddellijk de neiging een geldinzamelingsactie te starten zodat hij zijn familie deftig in het levensonderhoud zou kunnen voorzien. Datzelfde gevoel kreeg ik even later opnieuw toen Mo Farrah in een al even fabelachtige tijd van 3'28" over de streep kwam gelopen.

Asbel Kiprop meet 1m88 en weegt 62 kg. Froome is ongeveer even groot en weegt 4 kg meer. Toch is er een wezenlijk verschil tussen deze twee atleten. De roots van Asbel Kiprop liggen in de Keniaanse hoogvlakten van de Rift Valley. Een BMI van -20 is hier eerder regel dan uitzondering. Je kan dus stellen dat het "talent" om mager te zijn bij Kiprop aangeboren is. Dat is bij Froome niet het geval. In de periode voor hij zich toespitste op het rondewerk woog de rijzige Brit om en bij de 80 kg. Het is pas nadat hij in contact komt met Sky en Dave Brailsford dat hij extreem op zijn voeding is gaan letten.

De extreme fixatie op het aantal watt per kg sijpelt stilaan door naar de jeugdreeksen. De boodschap die jonge renners  nu krijgen is dat de methode "Froome-Rasmussen" wel degelijk werkt. Een fout signaal voor jonge renners in de groei, die best zo ver mogelijk wegblijven van het experimenteren met hun lichaamsgewicht. We hebben misschien wel opnieuw een type Indurain, Ulrich nodig die bewijst dat je niet vel over been hoeft te zijn om de Tour te winnen.

donderdag 23 april 2015

Verslag Boston marathon

Zo nu en dan krijg ik de vraag waarom ik zo gek ben om deel te nemen aan marathons. Meestal heb ik geen passend antwoord klaar op die vraag. Je moet toch iets om handen hebben om je vrije tijd op te vullen, of ik heb geen idee waarom ik het doe zijn meestal mijn voor de hand liggende antwoorden. Na mijn deelname aan de marathon van Boston ga ik jullie een iets beter antwoord kunnen geven op die vraag.

 Ik ga jullie de details over mijn reis besparen. Het kost mij namelijk ook 10 cent per minuut om dit verhaal te schrijven. Het jeugdhotel waar ik verblijf, in het centrum van de hipstercommunity in Brooklyn, tracht zijn winsten op te schroeven met het aanbieden van basisdiensten aan torenhoge prijzen. Gelieve mij dus ook niet af te rekenen voor de eventuele taalfouten die in dit stuk voorkomeN.

 2:39 en wat wisselgeld. Dat is de tijd waar ik vrede moet mee nemen. De zware trainingsarbeid resulteerde deze keer niet in een nieuwe persoonlijk record en daar doe je het uiteindelijk wel voor. Maar meer dan ooit kom ik tot het besef dat ik niet enkel loop voor tijden, maar ook gewoon voor alles eromheen. Het groepsgevoel, de sfeer, de solidariteit. Zeker met dat laatste mocht ik uitgebreid kennis maken hier in Boston. Flashback naar zaterdagavond. Rond een uur of 7 arriveer ik in Boston, na een busreis van meer dan 4 uur vanuit New York. Toen ik kort nadien bij mijn hotel aankwam bleek er geen levende ziel te bespeuren. Het hotel waar ik verondersteld werd te verblijven was een puinhoop. De deuren en ramen waren verzegeld met houten planken en de renovatiewerken aan het gebouw waren in volle gang. Ik wandelde een paar keer hopeloos voorbij het gebouw tot er plots een man naar me toekwam die me vroeg wat er aan de hand was. Ik legde hem de situatie uit en toen we later de manager van het hotel aan de lijn kregen bleek hun computersysteem foutief boekingen aanvaard te hebben. Daar was ik vet mee, want de kans dat ik nu nog een degelijke hotelkamer zou vinden aan een schappelijke prijs was even groot als de kans dat ik de marathon zou winnen. Overigens was ik niet het enige slachtoffer. Toen ik aan het bekomen was van de gebeurtenissen in een aanpalende diner zagen we nog tal van mensen met reiskoffer in de hand op en neer het gebouw lopen. De brave man, David genaamd, stelde me meteen voor dat ik zijn huis zou kunnen overnachten. Dat liet ik me geen twee keer zeggen. Een andere optie was er simpelweg niet.

 David en zijn vrouw Jean wonen in een gezellige wijk net buiten het Centrum van Boston. De huizen lijken er als twee druppels water op elkaar, waardoor ik ook effectief een keer verloren gelopen ben. Het nieuws dat Jean en David mij onderdak boden verspreidde zich als een lopend vuurtje over het internet en werd talloze keren gedeeld op Facebook en Twitter. David en zijn vrouw deden alles om het mij naar de zin te maken en betaalden zelfs verschillende keren mijn taxikosten. Daarbij weigerden ze keer op keer elke financiële tegemoetkoming van mijn kant. Ze mogen zich in ieder geval verwachten aan een stevige lading lekker Belgisch bier. Ik gaf hen na afloop ook nog mijn racenummer waar ze enorm blij mee waren.

De weersvoorspellingen voor Marathon Monday zagen er allesbehalve rooskleurig uit. De deelnemers zouden af te rekenen krijgen met een stevige tegenwind van 5 beaufort en regenbuien. Met 8 a 9 graden was het ook best aan de frisse kant. Om 6 uur werden we vanuit het centrum van Boston met van die typische gele schoolbussen naar de start gebracht in Hopkinton. Ondanks het slechte weer zat de sfeer er best goed in bij de deelnemers. Ikzelf was net iets minder goed gezind. Een stevige blijn aan mijn rechtervoet maakte elke stap die ik zette tot een ware marteling. Mijn voet werd in een stevige tape gewikkeld wat het begin was voor nog meer miserie onderweg, al wist dat toen nog niet en was ik al lang blij dat ik relatief pijnvrij zou kunnen starten.

 De aanvangsfase verliep voorspoedig en ik voelde me best goed, hoewel ik nog altijd met mijn blijn in het achterhoofd zat en dat stevig inwerkte op mijn gemoed. De heuvelzone was zijn tol aan het eisen van mijn voet. Krampen ter hoogte van mijn kuit en achilles, waar ik al enkele weken mee sukkel, zorgden ervoor dat ik stevig moest vertragen en uiteindelijk zelfs moest halt houden om te stretchen en mijn veters minder strak aan te spannen. Op dat moment dacht ik enkel nog aan het voltooien van de race en kon een snelle tijd mij gestolen worden. De goede moed was letterlijk tot in mijn schoenen gezonken. Toen ik Wellesley College passeerde nam ik uitgebreid de tijd om te high fiven met de college girls die werkelijk hun longen uit hun lijf schreeuwden. De passage langsheen Wellesley College is voor zowat elke deelnemer aan deze marathon het hoogtepunt. Een corridor van wild joelende meiden die haast smeken om kussen van de deelnemers. Het gaf me in ieder geval een stevige boost want het ging steeds beter. Halfweg passeerde ik in 1 u 18. Ik had dus nog steeds uitzicht op een goede tijd. Ik kon de pijn steeds beter verbijten en slaagde er zelfs opnieuw in om kilometertijden van 3 35 te laten optekenen. Heartbreak Hill, de zwaarste heuvel in deze marathon, stormde ik letterlijk naar boven. Ondertussen was het licht beginnen miezeren en kwam de wind ongenadig hard opzetten in de open heuvelachtige stukken net voor Boston. Hierdoor stokte ook opnieuw mijn tempo en werd mijn kortdurende renaissance in de kiem gesmoord. Na 40 kilometer lag ik nog steed op koers voor een PR, maar de regen daalde nu stevig op ons neer en zorgde ervoor dat ik verkrampt van de kou de finish bereikte. Toch stevig balen toen ik op mijn klok het verdict zag, 2 38 40. Veruit de zwaarste marathon die ik in mijn prille carriëre gelopen, maar wel veruit de mooiste.

Heb ik iets geleerd uit dit avontuur? Zeker en vast. Blijven doorgaan en nooit opgeven bijvoorbeeld. Het kan misschien blasé klinken, maar een marathon is pas gedaan als je over de finishlijn bent gestrompeld. It ain't over till the fat lady sings zei David me na afloop met een knipoog. Kilometers lang dacht ik enkel aan opgeven of gewoon proberen te finishen. Maar op de een of andere manier is het me toch nog gelukt om binnen de halve minuut van mijn persoonlijk record te komen. Dat is iets wat ik zeker zal meenemen naar mijn volgend marathonavontuur. Never give up, that's what this is all about.

Tot volgend jaar

zaterdag 31 januari 2015

Waarom ultra's geen leeghoofden zijn

Een spandoek, meer hadden de ultra's van Standard niet nodig om het land heel even in vuur en vlam te zetten. Een hoopje plastiek waar de brave belastingbetaler zich serieus in verslikte. Hypocriete verontwaardiging of net die ene brug te ver?

Moest Vincent Van Gogh even de tijd genomen hebben om vanuit de hemel naar de westrijd Standard-Anderlecht te kijken dan zou hem ongetwijfeld ook dat spandoek met als opschrift 'Red or Dead' zijn opgevallen. Je kon er dan ook moeilijk naast kijken. Los van de inhoud zal enkel een blinde niet meteen bevestigend knikken en toegeven dat het best een mooi gemaakt doek was.  De persiflage uit Friday the 13th was tot in detail nagemaakt, enkel ter hoogte van het afgehakte hoofd permiteerden de vurigste supporters van Sclessin zich wat meer artistieke vrijheid .

De ultra's Inferno houden wel van wat provocatie

Als het aankomt op tifo's en choreografiën dan speelt Standard in Europa in de Champions League. Tot ver buiten de landsgrenzen dwingen hun ultra's respect af met hun knappe acties. Hun filmpjes en foto's worden dan ook gretig gedeeld en geliked op de sociale media. Het zuiders temperament dat deze supporters aanhangen ligt de Belg veel minder.  Het zijn immers toch alleen maar leeghoofden met veel te veel vrije tijd. Die perceptie kwam heel nadrukkelijk bovendrijven na het uitpluizen van de sociale media. Een nogal voorbarige conclusie, want om zo'n tifo voor elkaar te krijgen in het grootste geheim heb je best wat stielkennis nodig. Stielkennis die in overvloed aanwezig is bij de Ultras Inferno, een verzamelnaam voor de Luikse ultra's op tribune 3. Verder heb je ook nog PHK, die zich schuilhouden op tribune 4 en ook geregeld uitpakken met een, zij het meestal iets bescheidener, tifo. Neen leeglopers zijn het allerminst die ultra's. 

"Ultra's zijn in feite de vakbonden van de tribunes"
Een van de meest fundamentele vragen bleef de afgelopen dagen zo goed als onbeantwoord in de Belgische pers. Wie of wat zijn ultra's en wat drijft hen? Uitgeroepen tot vijand van het goed fatsoen en bondgenoot van de wansmakelijkheid. Maar laten we dan tenminste de moeite nemen om onze 'nieuwe vijand' te leren kennen. Know Your Enemy, weet je wel.  De term ultra's gaat al een hele tijd mee in het voetbal. Al in de jaren 60 ontstonden er kleine groeperingen in Italië die zich specifiek gingen bekommeren om het bevorderen van de sfeer in het stadion. Dat is simpel gezegd ook het belangrijkste bestaansrecht van de ultra's. Je kan ze beschouwen als de harde kern die onvoorwaardelijke trouw zweert aan de club. Wil je weten waar de ultra's zich bevinden in het stadion? Dan bestaat daar een eenvoudig trucje voor. Deze supporters zingen namelijk de hele wedstrijd door, ongeacht het scoreverloop. Zelfs als de tegenpartij scoort blijven zij even passioneel verder zingen.  Of misschien had je ze wel al herkend door de vele vlaggen en bandieri die ze zelfs tijdens de wedstrijd gebruiken? Als er ultra's aanwezig zijn in het stadion dan zul je ze zien en horen. 

Ideologie
Niet elke club beschikt over ultra's. In België zijn de clubs met een fatsoenlijke groepering ultra's op één hand te tellen. Ze zijn voornamelijk gesitueerd ten zuiden van de taalgrens. Standard Luik heeft de grootste groep ultra's in België. Ook Charleroi en Genk staan bekend om hun ultra's. En ook Anderlecht heeft sinds kort zijn eigen ultra's.  Er valt overigens een opvallende parrallel te trekken tussen deze clubs. De laatste jaren kwamen ze geregeld in het nieuws omwille van protestacties tegen het bestuur.  De opstand van Tribune Zuid, waar tot voor kort de ultra's van Genk zaten, tegen het Genkse bestuur deed al enkele koppen rollen (Degraen, Jacobs). Al lijkt de rust er nu stilaan terug te keren. Ultra's zijn voor veel clubbestuurders een vervelende "pain in the ass".   Wanneer het sportief goed loopt met de club zijn deze mensen je beste supporters, maar gaat het slecht en ligt wanbeleid aan de basis dan zijn ze evengoed je ergste vijand. Ultra's zijn steeds rechttoe, rechtaan. Geen hypocrisie, maar steeds vechtend voor hun idealen. Het beste voorbeeld is misschien wel de recente strijd van Tribune Zuid tegen het vorige bestuur in Genk. Die strijd  duurt (duurde??) uiteindelijk enkele jaren, waarbij de ultra's verschillende malen ten prooi zijn gevallen aan repressies vanuit het bestuur, waarop dan represailles volgden door de ultra's zelf. Hun clubtrouw bleef daarbij steeds overeind ook al betekende het dat zij bij wijze van protest verschillende wedstrijden zichzelf het zwijgen hebben opgelegd. De ijzige stilte tijdens Genk-Westerlo dit jaar, toen Tribune Zuid in staking was, zal me altijd bijblijven. Deze mensen vormen, hoe je het ook draait of keert, de ruggengraat van deze club. Door gewoon al niet te zingen kunnen zij hun invloed uitoefenen. Je mag de macht van deze ultra's niet onderschatten. 

Zijn ultra's echt barbaars en wreed? Losgeslagen hooligans die slaan op alles wat hen niet aantstaat? Dat valt in feite wel mee. Ultra's zijn absoluut geen heiligen en schuwen van tijd tot stond ook het geweld niet. Maar zij gaan in tegenstelling tot echte hooligans niet expliciet op zoek naar  dat geweld. Het belangrijkste is en blijft het aanmoedigen van de eigen club. Zoals hierboven reeds aangehaald staan ultra's voor bepaalde idealen. Meestal zijn die idealen gerelateerd aan het voetbal. Het recht op vrije tribunes is een ideaal waar ultra's wereldwijd voor strijden. Dit houdt onder meer in dat het gebruik van pyrotechnische middelen, vlaggen, megafoons ed. wordt toegestaan. Zij leveren verder ook strijd tegen te hoge toegangsprijzen. In feite komen zij dus op voor de gewone supporter. Ultra's zijn de vakbonden van de tribunes. Duitse clubs hanteren juist zeer democratische toegangsprijzen omdat Duitsland zowat het mekka is van de ultra-beweging in West-Europa. Engeland, een land zonder ultra's, op Crystal Palace na, hanteert dan weer exuberante toegangsprijzen. Ultra's hebben de afgelopen jaren al verschillende malen de handen in elkaar geslagen tegen wat zij het 'moderne voetbal' noemen. Wie regelmatig een wedstrijd in het stadion meepikt zal ongetwijfeld al een van de vele stickers gezien hebben met het opschrift  'Against Modern Football'. In 2012 hielden de Duitse ultra's een gezamelijke actie om de verstrengde veiligheidsvoorschriften in de stadions aan de kaak te stellen. Niet zonder succes, want het idee om af te stappen van de staanplaatsen in Duitsland is ondertussen naar de prullenmand verwezen.

Ook op maatschappelijk vlak is de invloed van deze ultra's toch niet te onderschatten. Hun ideologische rechtlijnigheid maakt hen niet ongevoelig voor sociaal onrecht. Toch gaan veel groeperingen er prat op politiek neutraal te zijn en worden politieke symbolen niet, of nauwelijks geaccepteerd in het stadion. Ultra's zijn van oorsprong eerder links georiënteerd. Het is bijvoorbeeld niet ver zoeken naar een beeltenis van Che Guevara in en om Sclessin. En ook in de tifo's van Ultras Inferno kwam de vrijheidsstrijder al meermaals aan bod. In Italië heb je ook voorbeelden van rechts georiënteerde groepen. De Ultras Sur van Real Madrid staan bijvoorbeeld gekend om hun licht neo-fascistische ideologiën. Real Madrid is ze dan ook liever kwijt dan rijk. De Arabische Lente was er misschien wel nooit gekomen zonder ultra's. Zeker in Egypte staan deze groeperingen als een sterk blok in de maatschappij. Het was pas toen de ultra's van Al Alahwy en Zamalek de handen in elkaar sloegen dat de opstand tegen Moebarak in een stroomversnelling is gekomen. En ook in Turkije en Oekraïne hebben spelen ultra's een voorname rol in straatprotesten. Los van het feit of de 'red or dead' tifo op het randje was of er net over zijn ultra's veel meer dan een bende nietsnutten, die werkloos zijn en bijgevolg veel te veel vrije tijd hebben om aan tifo's te werken. Een beetje meer respect voor deze mensen is dus zeker op zijn plaats.