donderdag 23 april 2015

Verslag Boston marathon

Zo nu en dan krijg ik de vraag waarom ik zo gek ben om deel te nemen aan marathons. Meestal heb ik geen passend antwoord klaar op die vraag. Je moet toch iets om handen hebben om je vrije tijd op te vullen, of ik heb geen idee waarom ik het doe zijn meestal mijn voor de hand liggende antwoorden. Na mijn deelname aan de marathon van Boston ga ik jullie een iets beter antwoord kunnen geven op die vraag.

 Ik ga jullie de details over mijn reis besparen. Het kost mij namelijk ook 10 cent per minuut om dit verhaal te schrijven. Het jeugdhotel waar ik verblijf, in het centrum van de hipstercommunity in Brooklyn, tracht zijn winsten op te schroeven met het aanbieden van basisdiensten aan torenhoge prijzen. Gelieve mij dus ook niet af te rekenen voor de eventuele taalfouten die in dit stuk voorkomeN.

 2:39 en wat wisselgeld. Dat is de tijd waar ik vrede moet mee nemen. De zware trainingsarbeid resulteerde deze keer niet in een nieuwe persoonlijk record en daar doe je het uiteindelijk wel voor. Maar meer dan ooit kom ik tot het besef dat ik niet enkel loop voor tijden, maar ook gewoon voor alles eromheen. Het groepsgevoel, de sfeer, de solidariteit. Zeker met dat laatste mocht ik uitgebreid kennis maken hier in Boston. Flashback naar zaterdagavond. Rond een uur of 7 arriveer ik in Boston, na een busreis van meer dan 4 uur vanuit New York. Toen ik kort nadien bij mijn hotel aankwam bleek er geen levende ziel te bespeuren. Het hotel waar ik verondersteld werd te verblijven was een puinhoop. De deuren en ramen waren verzegeld met houten planken en de renovatiewerken aan het gebouw waren in volle gang. Ik wandelde een paar keer hopeloos voorbij het gebouw tot er plots een man naar me toekwam die me vroeg wat er aan de hand was. Ik legde hem de situatie uit en toen we later de manager van het hotel aan de lijn kregen bleek hun computersysteem foutief boekingen aanvaard te hebben. Daar was ik vet mee, want de kans dat ik nu nog een degelijke hotelkamer zou vinden aan een schappelijke prijs was even groot als de kans dat ik de marathon zou winnen. Overigens was ik niet het enige slachtoffer. Toen ik aan het bekomen was van de gebeurtenissen in een aanpalende diner zagen we nog tal van mensen met reiskoffer in de hand op en neer het gebouw lopen. De brave man, David genaamd, stelde me meteen voor dat ik zijn huis zou kunnen overnachten. Dat liet ik me geen twee keer zeggen. Een andere optie was er simpelweg niet.

 David en zijn vrouw Jean wonen in een gezellige wijk net buiten het Centrum van Boston. De huizen lijken er als twee druppels water op elkaar, waardoor ik ook effectief een keer verloren gelopen ben. Het nieuws dat Jean en David mij onderdak boden verspreidde zich als een lopend vuurtje over het internet en werd talloze keren gedeeld op Facebook en Twitter. David en zijn vrouw deden alles om het mij naar de zin te maken en betaalden zelfs verschillende keren mijn taxikosten. Daarbij weigerden ze keer op keer elke financiële tegemoetkoming van mijn kant. Ze mogen zich in ieder geval verwachten aan een stevige lading lekker Belgisch bier. Ik gaf hen na afloop ook nog mijn racenummer waar ze enorm blij mee waren.

De weersvoorspellingen voor Marathon Monday zagen er allesbehalve rooskleurig uit. De deelnemers zouden af te rekenen krijgen met een stevige tegenwind van 5 beaufort en regenbuien. Met 8 a 9 graden was het ook best aan de frisse kant. Om 6 uur werden we vanuit het centrum van Boston met van die typische gele schoolbussen naar de start gebracht in Hopkinton. Ondanks het slechte weer zat de sfeer er best goed in bij de deelnemers. Ikzelf was net iets minder goed gezind. Een stevige blijn aan mijn rechtervoet maakte elke stap die ik zette tot een ware marteling. Mijn voet werd in een stevige tape gewikkeld wat het begin was voor nog meer miserie onderweg, al wist dat toen nog niet en was ik al lang blij dat ik relatief pijnvrij zou kunnen starten.

 De aanvangsfase verliep voorspoedig en ik voelde me best goed, hoewel ik nog altijd met mijn blijn in het achterhoofd zat en dat stevig inwerkte op mijn gemoed. De heuvelzone was zijn tol aan het eisen van mijn voet. Krampen ter hoogte van mijn kuit en achilles, waar ik al enkele weken mee sukkel, zorgden ervoor dat ik stevig moest vertragen en uiteindelijk zelfs moest halt houden om te stretchen en mijn veters minder strak aan te spannen. Op dat moment dacht ik enkel nog aan het voltooien van de race en kon een snelle tijd mij gestolen worden. De goede moed was letterlijk tot in mijn schoenen gezonken. Toen ik Wellesley College passeerde nam ik uitgebreid de tijd om te high fiven met de college girls die werkelijk hun longen uit hun lijf schreeuwden. De passage langsheen Wellesley College is voor zowat elke deelnemer aan deze marathon het hoogtepunt. Een corridor van wild joelende meiden die haast smeken om kussen van de deelnemers. Het gaf me in ieder geval een stevige boost want het ging steeds beter. Halfweg passeerde ik in 1 u 18. Ik had dus nog steeds uitzicht op een goede tijd. Ik kon de pijn steeds beter verbijten en slaagde er zelfs opnieuw in om kilometertijden van 3 35 te laten optekenen. Heartbreak Hill, de zwaarste heuvel in deze marathon, stormde ik letterlijk naar boven. Ondertussen was het licht beginnen miezeren en kwam de wind ongenadig hard opzetten in de open heuvelachtige stukken net voor Boston. Hierdoor stokte ook opnieuw mijn tempo en werd mijn kortdurende renaissance in de kiem gesmoord. Na 40 kilometer lag ik nog steed op koers voor een PR, maar de regen daalde nu stevig op ons neer en zorgde ervoor dat ik verkrampt van de kou de finish bereikte. Toch stevig balen toen ik op mijn klok het verdict zag, 2 38 40. Veruit de zwaarste marathon die ik in mijn prille carriëre gelopen, maar wel veruit de mooiste.

Heb ik iets geleerd uit dit avontuur? Zeker en vast. Blijven doorgaan en nooit opgeven bijvoorbeeld. Het kan misschien blasé klinken, maar een marathon is pas gedaan als je over de finishlijn bent gestrompeld. It ain't over till the fat lady sings zei David me na afloop met een knipoog. Kilometers lang dacht ik enkel aan opgeven of gewoon proberen te finishen. Maar op de een of andere manier is het me toch nog gelukt om binnen de halve minuut van mijn persoonlijk record te komen. Dat is iets wat ik zeker zal meenemen naar mijn volgend marathonavontuur. Never give up, that's what this is all about.

Tot volgend jaar