woensdag 20 april 2016

April=marathonmaand, maar niet in België

De aprilmaand is traditioneel de marathonmaand bij uitstek. De milde temperaturen in het voorjaar zijn dan perfect voor het lopen van scherpe tijden.  Grote buitenlandse stadsmarathons struikelen in deze periode wild over elkaar heen en het is voor organisatoren vaak een helse opgave om een sterk deelnemersveld aan de start te brengen. Al blijft België op dat gebied een blinde vlek in het mondiale marathonlappendeken. 

Toegegeven, het kriebelt langs alle kanten om de loopschoenen aan te trekken voor die 42 kilometers lange martelgang, waar ik nu al drie jaar een patent op heb in het voorjaar. Dit jaar heb ik gekozen voor een andere planning en spaar ik mijn kruit op tot het najaar, wanneer ik op een steenworp van mijn deur van start ga in Eindhoven.  Geen vliegtuigreis en dito jetlag dus in tegenstelling tot mijn trip naar Boston vorig jaar. Waarom het jezelf moeilijk maken als er op 50 kilometer van je deur een sterk bezette marathon met een hele goeie reputatie wordt georganiseerd. Eindhoven weet elk jaar busladingen vol Belgen naar de lampenstad te lokken. Het snelle en sfeervolle parcours door de binnenstad is al meerdere keren het strijdtoneel geweest voor de Belgische titel in de marathon.  Dat we een Belgisch kampioenschap schaatsen organiseren in Nederland daar kan mijn patriottistisch hart nog enigszins mee leven. Maar dat we ook schoorvoetend moeten aankloppen bij onze noorderburen om een BK marathon in te richten??? Nee dat gaat er niet in. 

Wat is dan juist het probleem? Waarom wordt dit kampioenschap niet gewoon toegewezen aan een marathon op eigen bodem. Simpel, we hebben geen enkele marathon waarmee we internationaal kunnen pronken. Nederland heeft Rotterdam in april, waar tijden gelopen worden rond de 2:05. In Oktober heb je nog Amsterdam en Eindhoven.  De marathon van Antwerpen en Brussel hebben zeker de potentie om uit te groeien tot internationaal aantrekkelijke wedstrijden, maar die troefkaarten worden (bewust) niet uitgespeeld door de organisatie. De focus ligt bij deze 2 marathons eerder op het recreatieve, waar op zich niks mis mee is natuurlijk. Golazo, de organisator van de Antwerp marathon, staat ervoor gekend om zijn wedstrijden voornamelijk toe te spitsen op recreanten. De marathon van Antwerpen staat dan ook nog eens volledig in de schaduw van de Ten Miles. Alsof het voorgerecht belangrijker is dan het hoofdgerecht. Hiermee geef je als organisatie het verkeerde signaal. Antwerpen heeft op zich het meest potentieel om, waarom niet, uit te groeien tot een ronkende naam in marathonwereld. Een vlak en snel parcours en de historische binnenstad zorgt voor extra aantrekkingskracht. Maar ook Brussel hoeft niet te wanhopen. Een lastige marathon heeft ook zijn aantrekkingskracht. Zie Parijs, zie Boston. Het is hier steevast drummen voor een startbewijs, terwijl Brussel en Antwerpen het moeten stellen met een luttele 3.000 deelnemers. Neen, dat kan beter en dat moet beter. 

Snelle tijden
Om een succesverhaal te schrijven moeten we natuurlijk wel beginnen bij het begin. Waarom kiezen onze Belgische toppers op de marathon voor het buitenland?  Jaarlijks worden in ons land om en bij de 20 marathons georganiseerd. Voornamelijk kleine stads- of natuurmarathons waar in het beste geval een 300-tal deelnemers aan de start staan.  Ondanks het groeiende aantal hardlopers met marathonambities kiezen veel landgenoten nog steeds voor een buitenlandse marathon.  De marathons die ik reeds in het buitenland liep waren steeds tot in de puntjes verzorgd. En het is natuurlijk altijd leuker als je kan lopen op een parcours waar een miljoen mensen langs de kant van de weg staat zoals in Boston.  We hebben simpelweg geen 'marathoncultuur' zoals die in de ons omringende landen wel bestaat. In Nederland en vooral Italië kennen ze die cultuur bijvoorbeeld wel. Voor onze topatleten spelen naast het gebrek aan beleving ook nog een heleboel andere aspecten mee, zoals de kwaliteit van het deelnemersveld.  Om snelle tijden te lopen heb je nu eenmaal snelle lopers nodig in wiens slipstream onze landgenoten op jacht kunnen gaan naar limieten voor grote kampioenschappen.  Maar om zo'n sterk deelnemersveld samen te stellen heb je natuurlijk flink wat budget nodig. Budget dat er in België niet is en zoals het er nu naar uitziet zal daar ook in de toekomst geen verandering in komen. De marathon van Rotterdam voorziet jaarlijks 600.000 euro aan start-en prijzengelden.  De snelle tijden die er jaar in jaar uit worden gelopen gelden als een visitekaartje en liften het evenement naar een hoger niveau. Ook recreanten houden die snelle tijden in het achterhoofd wanneer ze bepalen welke marathon ze gaan lopen.  De Belgische marathons kunnen voorlopig nog geen palmares aan scherpe tijden voorleggen en lopen op die manier een heleboel buitenlandse atleten mis die vaak het niveau naar boven halen en een goed gevulde portefeuille op zak hebben en zo de plaatselijke economie een duwtje in de rug geven.

Het is aan de marathon van Antwerpen en Brussel om het momentum, marathonlopen is booming business op dit moment, niet verloren te laten gaan. Ons land heeft dringend nood aan een internationaal gereputeerde marathon. Een organisatie die lef en ambitie uitstraalt.  Een organisatie die een breed Belgisch en internationaal publiek weet aan te spreken. Een organisatie die de media niet schuwt en deze gebruikt als bondgenoot. Een organisatie die marktconforme startgelden betaalt en jonge beloftevolle marathonlopers een duwtje in de rug kan geven. Kortom een organisatie waar heel het land fier op mag zijn. Dat mis ik hier wel.