vrijdag 26 september 2014

Het Mirakel van Brakel door de ogen van een Westerlo-supporter

Moest ik me nu gecharmeerd voelen of eerder gedegouteerd? Nooit eerder schipperde ik zo vaak tussen deze 2 extreme gevoelens als tijdens het bekertreffen tussen Olsa Brakel en KVC Westerlo.

Als volbloed supporter van Westerlo kon ik deze verplaatsing naar een voor mij totaal onbekende tegenstander onmogelijk laten schieten. Dat is meteen ook de grote charme van het hele bekergebeuren. Kleine clubs krijgen de kans om tegen de grote jongens uit te komen die wekelijks op TV hun kunnen etaleren. Het scenario ziet er in de meeste gevallen uit als volgt. De "grote" clubs hopen met zo min mogelijk energieverlies de volgende ronde te bereiken en geven daarbij enkele spelers uit de b-kern wat speelminuten. Die ploeg speelde nog nooit samen en mist bij gevolg automatismen. Supporters en spelers gaan er gemakshalve van uit dat zij ook op halve kracht dat varkentje uit de lagere reeksen wel even zullen wassen. Bij de tegenstrever zijn die automatismen wel in overvloed aanwezig. Het sterkste team staat zonder pardon aan de aftrap, ook al moesten enkele spelers verlof opnemen om überhaupt te kunnen spelen op een doordeweekse dag.  Het groepsgevoel stijgt naar ongekende hoogten en de spelers zijn helemaal doordrongen met een over-mijn-lijk-mentaliteit waar zelfs een doorwinterde sumoworstelaar een puntje aan kan zuigen.
"Er werd verbroederd, gelachen en op het einde zelfs getroost. Kortom bekervoetbal op zijn best."
Het was een wat lange busreis die ons vanuit de Parel der Kempen naar het hart van de Vlaamse Ardennen bracht. Bij aankomst mengden we ons onmiddellijk in de gezellige drukte rond het stadion.Westerlo was klaar om zich onder te dompelen in de plaatselijke folkloristische sfeer die er heerste. Het hele dorp leek te zijn uitgelopen om deze wedstrijd bij te wonen en de plaatselijke helden naar de overwinning te schreeuwen. Tal van geïmproviseerde drank-en eetstandjes moesten de dorstigen laven en de hongerige magen voeden. Er was zelfs een bescheiden VIP gedeelte.  Die was al even geïmproviseerd als de ledschermen die rond het veld hingen.  Het stadion van Olsa Brakel is er een uit de duizend. Een mooie staantribune en kantine aan één kant van het veld met aan de overkant een hellend vlak waar bovenaan en onderaan supporters enkele rijen dik stonden. Supporters van Westerlo en Brakel liepen kris kras door elkaar. Er werd verbroederd gelachen en op het einde zelfs getroost. Kortom bekervoetbal op zijn best.


De waardeverhoudingen waren duidelijk vooraf. Westerlo was torenhoog favoriet na de glansprestatie tegen Lierse. De troepen van Van Wijk kwamen aan de aftrap met een fel gewijzigd elftal, waar enkele jonge jongens hun kans kregen. De jonge doelman Gielen, overgekomen van Genk, maakte zijn debuut. Diezelfde Gielen lost in de eerste minuut een bal en Delle, een vertegenwoordiger, hoeft de rebound maar binnen te tikken. Het begin van een lange avond. Net bekomen van die opdoffer was het een minuut later opnieuw prijs. Het stadion ging opnieuw uit zijn dak. Het ongeloof viel af te lezen op de gezichten van de naar schatting 300 meegereisde Westerlo-supporters. Het geel-zwarte legioen(tje) van Olsa wist met hun vreugde geen blijf. Ook bij hen was het ongeloof van de gezichten af te lezen. De aansluitingstreffer van Koffi bracht nog hoop, maar vlak voor affluiten van de eerste helft zette Leroy, die nog student is, de 3-1 op het bord. Ik liet de hoop varen en besloot nog het beste te maken van mijn avond.  De rest van de wedstrijd volgde ik met enkele Westelse supporters in de kleine maar gezellige kantine. Als een hoopje ellende stond ik daar ineengezakt toen de 6-1 werd gescoord en Mac Donalds zelfs geen penalty kom omzetten. Enkele plaatselijke fans betoonden oprecht hun medelijden en verontschuldigden zich nog net niet voor de monsterscore die op het bord stond. Het brak meteen elk gevoel van verzet, tegenkanting of afkeer. De verbroedering was al lang een feit tussen pot en pint. Er werden plannen gesmeed voor een sequel (Mirakel van Brakel 2) waarbij wij in de rol kruipen van vurige Olsa-supporters wanneer KV Mechelen op bezoek komt. Ondanks het zware en pijnlijke verlies had ik deze wedstrijd voor geen goud van de wereld willen missen. Want wat is er nu mooier dan een underdog die de favoriet vernedert?

woensdag 10 september 2014

Sportsponsoring voor dummy's

Ghelamco Arena, Eneco Tour, Jupiler Pro League, AG Insurance Memorial Van Damme, KBC nacht van de Atletiek.  Nostalgici vinden het verwerpelijk, maar het is de harde economische realiteit in de topsport. Overleven zonder degelijke sponsoring is voor organisatoren atleten en clubs een haast onmogelijke opgave geworden. Stevenen we af op een VTM-scenario waarbij de commerciële ondertoon nooit ver weg is? 

De Memorial Van Damme is sinds zijn ontstaan in 1977 uitgegroeid tot een van de belangrijkste sportevenementen in België. De hoogmis van de atletiek lokt jaar na jaar meer dan 40.000 mensen naar het Koning Boudewijnstadion, waarmee het één van de best bezochte meetings is wereldwijd.  Belgacom werd in 2008 de eerste officiële titelsponsor van de Memorial. Daarmee bezweek organisator Meert onder de druk van Golazo, dat tal van sportevenementen organiseert in de BeNeLux waaronder de Memorial.  Het Golazo van Bob Verbeeck staat  er namelijk voor gekend ieder evenement te verbinden aan een titelsponsor. Van de Baloise Belgium Tour over de DVV Antwerp Ten miles en nu dus ook de ING Insurance Memorial Van Damme. Of we daar blij mee moeten zijn is een andere vraag, al mogen we ook de realiteit niet uit het oog verliezen. De sportwereld overleeft grotendeels bij gratie van sponsoring.

Crowdfunding Swings
En net daar wringt het schoentje. Daar is het wielrennen het beste bewijs van. Wielerploegen zijn met handen en voeten gebonden aan hun naamsponsors. Trekken zij er de stekker uit dan is het onherroepelijk gedaan.  De wielersport snakt naar een duurzamer model,  waarbij het niet voor de volle 100 procent afhankelijk is van zijn naamsponsor(s). Die roep om verandering werd begin juli nog maar eens kracht bijgezet door de noodkreet van Richard Plugge, manager van Belkin.   Die moet op zoek naar  nieuw kapitaal nadat bekend raakte dat Belkin er eind dit jaar mee stopt als hoofdsponsor. Een zoveelste klap voor de ploeg die vorig jaar net hetzelfde overkwam na het afhaken van Rabobank. Het sein voor Plugge om ‘out of the box’ op zoek te gaan naar een nieuw financieringsmodel. Plugge ziet daarbij onder meer heil in crowdfunding. Crowdfunding is nog relatief onontgonnen terrein in de sportwereld. Bart Swings experimenteerde er vorig jaar mee in zijn ‘queeste’ naar olympisch goud in Sotchi. Omdat ons land geen schaatscultuur heeft -en sponsors bijgevolg niet staan te springen om te investeren in een onbekende sport- was het voor Swings een noodzaak om via crowdfunding de nodige fondsen binnen te rijven. Dit om te kunnen leven van zijn sport, trainingsstages te bekostigen en te kunnen concurreren met de Nederlanders. Mogen we dan ook crowdfunding bestempelen als goedkope commercie? Laten we dit vernieuwende concept vooralsnog het voordeel van de twijfel geven. Wanneer 1000 mensen elk 25 euro storten omdat ze echt in een project geloven creëer je in ieder geval een nauwere betrokkenheid vanuit de gemeenschap dan wanneer een CEO van een bedrijf ditzelfde bedrag zou sponsoren. En betrokkenheid, dat is uiteindelijk waar het om gaat in sport? 


"Sport op topniveau mag geen slaaf worden van platte commercie. Het moet daarentegen een biotoop zijn waar eigen waarden en normen en traditie de bovenhand krijgen. "

Dat bedrijven zich graag vereenzelvigen met sport is geen toeval.  Passie, strijd, overgave, winnaarsmentaliteit, heroïek. Ze worden veelvuldig in verband gebracht met topsport en daar wil ook de bedrijfswereld een graantje van meepikken.  Al is het ook de grote achilleshiel. Indien er opnieuw een dopingschandaal uitbreekt in het wielrennen, waarbij meerdere ploegen betrokken zijn, zouden wel eens plots heel veel renners zonder werk kunnen komen te zitten. Een negatieve perceptie-en die is nooit ver weg in de wielersport-zijn bedrijven liever kwijt dan rijk. Het wielrennen moet dus af van zijn wankel business model en zelfbedruipender worden. Enerzijds door in te zetten op een betere verdeling van TV-gelden. Anderzijds door de versnipperde wielerwereld terug op één lijn te krijgen. In de huidige situatie is het vooral ASO, de inrichter van heel wat wielerwedstrijden zoals de Tour, die een te groot deel van de koek voor zichzelf houdt. Het incasseert bijvoorbeeld meer dan 50 miljoen aan TV-gelden voor de uitzendrechten van de Tour, maar teams zien daarvan geen euro.  De Internationale Wielerunie (UCI) kijkt ernaar en laat het gebeuren, terwijl het hier een regulerende rol zou moeten opnemen. Een eerlijkere herverdeling is ook hier niet meer dan op zijn plaats.  Het zijn tenslotte de teams die voor het spektakel zorgen. Op die manier versterk je de basis van de wielersport en staan ploegen minder onder druk als ze toch eens op zoek moeten naar een nieuwe sport. Sponsoring zou in het beste geval niet meer mogen zijn dan een appeltje voor de dorst. Als we een vergelijking maken met bijvoorbeeld ons televisielandschap dan lijkt topsport meer en meer op VTM en zou het a priori een beetje van alles moeten zijn. Een vleugje Netflix gecombineerd met wat  VTM en een beetje Eén. Jammer genoeg profiteert enkel het voetbal van een gezonde en gevarieerde financieringsbasis. De lagere divisies even buiten beschouwing gelaten. Een deel van de inkomsten haalt het uit ticketverkoop er is overheidssteun, sponsoring en natuurlijk zijn er ook nog de TV-gelden.  Clubs zullen dan ook niet failliet gaan als ze een tijdje zonder hoofdsponsor zitten. Kijk naar Club Brugge dat nu al een tijdje zonder shirtsponsor voetbalt.

Het toonbeeld van platte commercie in de sport
Een sport die ook bijna volledig afhankelijk is van de gulheid van haar sponsors is het basketbal, of beter de Ethias league. In tegenstelling tot het voetbal heeft Belgacom voor de uitzendrechten van het Belgische basketbal slechts een habbekrats over. De teloorgang van traditieclubs als Pepinster en Bree laten op dat gebied dan ook een wrange nasmaak achter. Een collega-blogger maakte onlangs een terechte bemerking door te stellen dat een groot deel van het sponsorgeld in het basketbal in feite een vorm van verkapte overheidssteun is. Met daarbij geen al te fraaie rol voor Johan vande Lanotte, zelf een fervent basketliefhebber. U leest er hier meer over. Ook de Formule 1 kan slechts overleven met behulp van vette sponsorcontracten. Deze zogenaamde commerciële merkenteams werden pas in 1968 toegestaan. Daarvoor werd onder nationale vlag geracet, zoals dat ook lange tijd in het wielrennen gebeurde. De bedragen die in dit circuit rondgaan zijn alvast om van te duizelen. Budgetten van 200-300 miljoen euro zijn meer regel dan uitzondering. Shell betaalt bijvoorbeeld 30 miljoen dollar op jaarbasis om het schelpvormige logo op de bolides van Raikkonen en Alonso te mogen plaatsen.  De Formule 1 is voor autoconstructeurs natuurlijk het perfecte uithangbord. Befaamde renstallen zoals Ferrari en Mercedes zijn haast  vergroeid met de sport wat voor stabiliteit zorgt. En als er dan toch strubbelingen zijn dan komt desnoods suikeroom Ecclestone op de proppen met wat extra zuurstof. Uit onthullingen van The Times blijkt dat Ferrari jaarlijks 80 miljoen krijgt toegestopt nadat het in 2008 dreigde de sport vaarwel te zeggen.

Toen onlangs PEC Zwolle Europees het bezoek kreeg van Red Bull Salzburg eiste de harde kern dat er die dag geen Red Bull verkocht zou worden in het stadion. Een statement waarmee de thuisaanhang duidelijk maakte niet gediend te zijn met de manier waarop Salzburg zijn ziel verkocht heeft. Want daar komt het uiteindelijk op neer. Sport op topniveau mag geen slaaf worden van platte commercie. Het moet daarentegen een biotoop zijn waar de eigen waarden en normen en de traditie de bovenhand krijgen. De Baloise Belgium Tour? Hoe kom je er toch op.