dinsdag 9 december 2014

Wanneer geld een drijfveer wordt

Harm Van Velhoven, Tom Boon, Kristof Van Hout. Op het eerste zicht hebben ze weinig met elkaar gemeen. Boon is een van onze Belgische vaandeldragers in het hockey, Van Hout is een boomlange doelman en Van Veldhoven is een trainer die al in alle uithoeken van België gediend heeft . Er is echter één iets dat hen bindt. Allen beleven ze nu hun "Indian Dream".  India wil zich op de kaart zetten en lanceert daarvoor een vernieuwende competitieformule in tal van sportdisciplines. Sportieve eer lijkt er meer dan ooit ondergeschikt aan de macht van het geld. Of het land en de sport daar beter van worden is een andere vraag. 


Het was even schrikken toen ik vorige week tijdens een van mijn vele zapmomentjes de kop van Van Veldhoven voorbij zag komen op Eurosport. Waar is die nu weer beland dacht ik bij mezelf terwijl ik me terzelfdertijd druk maakte om het naïeve spel dat die Indiërs op de mat brachten. De verdediging van Mumbai stond haast aan de middenlijn. Resultaat was dan ook een makkelijke 4-1 zege voor de Delhi Dynamos FC tegen Mumbai City FC, het zwakke broertje uit de reeks.  Het stelde eerlijk gezegd allemaal niet zo heel veel voor.  Dat neemt niet weg dat India het nieuwe Qatar lijkt te worden voor uitgerangeerde voetballers die nog snel wat poen willen pakken.  Nicolas Anelka, Frederik Ljunberg, Mikaël Silvestre, Marco Materazzi, Luis Garcia zijn vanaf dit seizoen te bewonderen in de Indian Super League, ISL. Er worden dan ook enorme bedragen gespendeerd voor deze vedetten op retour.  De ISL moet het kroonjuweel worden van het Indiase voetbal en er mee voor zorgen dat het Indiase voetbal een boost krijgt. Finaal moet dit ervoor zorgen dat India voor het eerst aanwezig zal zijn op een WK eindronde in 2026.

De geschiedenis van het Indiase voetbal uit de doeken doen is best een ingewikkelde klus. Zoals u ongetwijfeld weet viel India lange tijd onder het bewind van het Verenigd Koninkrijk. Aangezien de Britten beschouwd mogen worden als de 'founding fathers' van het  voetbal werd het spelletje er al eind 19de eeuw gespeeld door de kolonisten.  In 1893 werd vervolgens de Indian Football Association opgericht. De Britse invloedssfeer was in die begindagen zeer sterk aanwezig. Gaandeweg kregen de Indische teams de bovenhand. Belangrijk keerpunt was het binnenhalen van een eerste titel door Bohun Bagan in 1911, een team dat enkel uit Indiërs bestond.  Voetbalkenners onder ons zullen vast al wel eens gehoord hebben van de Kolkata derby. Dit is een van de meest beruchte derby's die wordt gespeeld tussen tussen East Bengal en Bohun Bengal.  In 1997 lokte deze wedstrijd 132.000 mensen naar het stadion. Door de uitgestrektheid van  het land en de slechte verbindingen tussen steden onderling ontstonden er tal van nevenbonden (meer dan 30) die geografisch los staan van elkaar. De introductie van de National Football League in 1996 was een eerste aanzet om het voetbal een 'nationaal' karakter te geven. In 2007 werd I-League boven de doopvont gehouden. Belangrijkste betrachting is ook hier de professionalisering van het voetbal in dit onmetelijke land met meer dan 1 miljard inwoners.  Om het nog wat ingewikkelder te maken is er sinds dit jaar dus de Indian Super League. Kunt u nog volgen? Niettemin is voetbal na cricket nu de belangrijkste sport in India.

"Wie een competitie in het leven roept louter om deze commercieel uit te buiten is fout bezig"

MLS
India is een land in volle expansie. Op industrieel vlak maakte het land de voorbije jaren een ferme inhaalbeweging. Tussen 2003 en 2010 realiseerde het een jaarlijkse economische groei van 10 procent en ook nu nog gaan ze vlot boven de 5 procent. En waar geld is is er macht en wie macht heeft wil die ook benutten. Dat is in India niet anders. De filmindustrie in het land heeft qua omvang al een tijdje Hollywood achter zich gelaten. Die filmindustrie speelt dan ook een belangrijke rol bij het tot stand komen van deze nieuwe 'supercompetitie' in het voetbal. Bollywoodsterren investeren massaal hun centen in de nieuwe clubs.  De ISL werkt volgens het befaamde franchisemodel. Hierbij kunnen franchisenemers een bid indienen. Een commissie selecteerde in het voorjaar van dit jaar 8 teams die van start mogen gaan in deze gesloten competitie, dus zonder stijgers en dalers.  De Major League Soccer (MLS) in Amerika geldt daarbij als stichtend voorbeeld.  Maar het is vooral de Indian Premier League in het cricket die velen lieten watertanden. Niet in het minst Industrial Management Group (IMG), een Amerikaans bedrijf dat zich onder meer specialiseert in uitzendrechten en in 2010 een contract sloot met het AIFF met de belofte een nieuwe competitie te mogen organiseren. Kenmerkend aan deze nieuwe competitieformule is het compacte verloop. Slechts 14 speeldagen gespreid over de maanden oktober, november en december. Net als bij de MLS worden ook hier de beste spelers evenredig verdeeld over de deelnemende teams. Elk team beschikt over één zogenaamde 'marquee player' of een voormalige buitenlandse superster. Daarnaast mag elk team ook nog eens 7 buitenlanders onder contract hebben en moeten er ook 14 Indiërs in de kern zijn opgenomen. Dit moet resulteren in een spannende competitie die miljoenen Indiërs aan het scherm gekluisterd houden. Ondertussen zijn de rechten voor deze competitie wereldwijd verdeeld en kan je Anelka en Ljunberg in meer dan 100 landen aan het werk zien.

Spanning
De Indian Premier League bestaat pas sinds 2008 maar is een schot in de roos gebleken. Zeker op
Tom Boon
commercieel vlak. IPL heeft van het cricket een blitse en vooral snelle televisiesport gemaakt. Kosten noch moeite werden gespaard en er worden zelfs professionele cheerleaders overgevlogen voor wat extra entertainment tijdens de wedstrijden.  De waarde van de IPL is in die zeven jaar geëxplodeerd. Volgens waarnemers is het merk nu al meer dan 3 miljard dollar waard en kan het op termijn uitgroeien tot de grootste competitie wereldwijd. De IPL bestaat uit 11 teams die in totaal meer dan 1,4 miljard euro neertelden om een winnend bid binnen te halen. Niet dat een iemand het zich al heeft beklaagd. De sport is nu zeker toegankelijker voor een breder publiek, alleen betalen echte cricketliefhebbers daarvoor de tol. Geen wedstrijden meer die soms wel dagen kunnen duren. De commercie heeft het nu voor het zeggen in deze van oorsprong nobele en edele sport, die wij Westerlingen maar niet willen begrijpen. Maar ach wat valt er te klagen. De spanning is er ondraaglijk. Sinds 2008 kroonden 5 verschillende teams zich tot landskampioen. Dat is toch wat we willen. Spanning is namelijk een sterk verkoopsargument.

Het zal  hockeyer Tom Boon worst wezen. In februari is hij maar liefst 80.000 euro rijker wanneer hij terugkeert van zijn avontuur in India. Hij gaat er 1 maand spelen voor een bedrag waar zelfs Belgische profvoetballers jaloers op zijn.  Het is hem van harte gegund. In de Lage Landen kan dit rastalent amper overleven van zijn sport. Ook hier ontdekken we hetzelfde patroon als bij het cricket en het voetbal en werden er de afgelopen jaren heel wat nieuwe ploegen opgericht volgens het franchisemodel. De meeste teams kunnen terugvallen op de sterke schouders van een rijke industrieel of politicus en op die manier toegang verkrijgen tot de hoogste afdeling. En ach het feit dat Hero MotoCrorporation, 's lands grootste fabrikant van motorfietsen, naast titelsponsor in het hockey ook stevig sponsort in het voetbal is vast en zeker toeval. Daar moeten we zeker niets achter zoeken. Zouden er ook  internationale sancties bestaan voor het commercieel uitbuiten van een sport? Wie een competitie in het leven roept louter om deze commercieel uit te buiten is fout bezig. I rest my case, again.

donderdag 13 november 2014

Onontgonnen potentieel

Wie aan topsport doet doet dit meestal niet voor de centen. Afgezien van de weinige grootverdieners in de sport zijn er veel atleten die moeten knokken om rond te komen. In hun jacht naar medailles en het vervullen van hun dromen liggen tal van financiële obstakels. De knagende onzekerheid over wat de toekomst brengt kruipt bij sommige atleten dan al snel in het hoofd en de benen.

Aanleiding tot het schrijven van dit blogbericht is het niet verlengen van het contract van Jeroen D'hoedt bij Atletiek Vlaanderen. Nochtans wordt D'hoedt in het communiqué dat hiertoe werd verstuurd omschreven als een diamant met een schitterende ontwikkelingslijn. De nagel op de kop als je naar zijn prestaties van het afgelopen jaar kijkt. Heersend in de Crosscup, 4de op het EK cross en half mei stak hij al overtuigend de limiet voor het EK op de 5.000 meter op zak. Een schaambeenblessure hield D'hoedt uiteindelijk weg uit Zürich.  D'hoedt kende de afgelopen jaren een moeilijke periode en leek er opnieuw bovenop te komen. Het topsportbeleid in Vlaanderen kent geen mededogen. Er worden prestaties gevraagd en haal je die niet dan kom je onherroepelijk op de wip. Atletiek Vlaanderen is een project binnen het Vlaamse topsportbeleid dat sinds 2008 is onderverdeeld in het Departement Cultuur, Jeugd, Sport en Media.  Atletiek Vlaanderen werd destijds in het leven geroepen om ons land opnieuw te doen aansluiten met het roemruchte verleden op de fond en de halve fond. Het ontbinden van het contract van een van onze beste atleten in die discipline staat dan ook haaks op die visie. Zeker als je weet dat van de 6 nieuwelingen die het team in 2015 vervoegen er met Kimeli en Botterman slechts twee specialisten op 800 en 1500 bij komen.

Zelfredzaamheid
Het was een wanhopige D'hoedt die afgelopen zondag zijn verhaal deed in de Zevende Dag. Een kreet van wanhoop, waarmee hij hoopt alsnog privé-sponsoring te vinden. In het andere geval moet D'hoedt terug naar de tekentafel om na te denken over zijn toekomst als professionele atleet. Misschien moet D'hoedt maar eens te rade gaan bij Delfine Persoons. De West-Vlaamse verdedigde op Wapenstilstand met succes haar wereldtitel boksen bij de lichtgewichten. Persoons combineert haar sport met een fulltime job bij de politie en slaagt erin te presteren op topniveau. Daarvoor moet ze zich wel veel opofferingen getroosten. Zo zijn er maanden dat ze 29 dagen werkt om voor en na haar kampen genoeg verlof te kunnen opnemen. Met een gezonde dosis creativiteit en zelfredzaamheid kom ja als topsporter al een heel eind. Onze atleten moeten zichzelf in de toekomst beter verkopen en niet enkel rekenen op een contract bij Bloso.  Neem nu Nick Symmonds. Deze Amerikaanse atleet was het 2 jaar geleden zo beu om maar geen geen kledingsponsor te vinden dat hij halfnaakt een oproep lanceerde op Twitter. De tweet werd massaal gedeeld en Symmonds ligt nu onder contract bij Brooks.  Sociale media maken het voor topsporters mogelijk om direct in contact te treden met hun volgers en supporters. Er liggen op dat vlak  heel wat kansen voor het grijpen die je marktwaarde voor potentiële sponsors kunnen verhogen. En ook crowdfunding is een piste die op die manier een stapje dichterbij komt. Want wanneer mensen enkele euro's doneren willen ze daarvoor return in de plaats en is er voor privacy nog maar weinig plaats. Als topsporter ben je meer dan ooit een publiek figuur en als deze opofferingen ervoor kunnen zorgen dat je op professionele basis kan blijven presteren is het zeker het overwegen waard.

"Anno 2014 zijn we echter geëvolueerd naar een kluwen aan statuten en een versnippering van bevoegdheden waarin zelfs een kat haar jongen niet meer kan vinden." 

Tax Shelter
Toen men tien jaar geleden met de Tax Shelter voor de audiovisuele sector op de proppen kwam was dat een godsgeschenk waar de Belgische filmindustrie vandaag de vruchten van plukt. We scoren niet voor niets zo goed op internationale filmfestivals. Sinds de invoering van het systeem in 2003, waarbij bedrijven die investeren in Belgische films een belastingvermindering tegemoet zien tot 150 procent op het geïnvesteerde bedrag, groeide het aantal producties met maar liefst 250 procent. Een parallel systeem voor topsport is geen garantie voor succes maar zou voor heel wat atleten een stevig duwtje in de rug kunnen betekenen. Helaas wordt ook deze fiscale gunstmaatregel maar al te graag gebruikt in de jacht naar winstmaximalisatie. Bedrijven eisen in sommige gevallen zelfs een rendement voor hun investering. Dat kan de sportwereld deze bedrijven jammer genoeg niet bieden. Het enige rendement zijn eventuele medailles op kampioenschappen. Toch hoeft dat bedrijven er niet van te weerhouden te investeren in team X of atleet Y. Stel, als manager van een succesvol vleesverwerkend bedrijf zou ik graag investeren in de carrière van D'hoedt. Dankzij het systeem van de Tax Shelter zou ik bij een investering van 50.000 euro een vrijstelling krijgen op 750.00 euro gereserveerde winst. Met het gangbare tarief van 33,33 procent vennootschapsbelasting komt dit neer op een besparing van 25493 euro. In feite investeert die bedrijfsleider dus slechts 25000 euro. Een wetgevend kader specifiek gericht op topsport kan ervoor zorgen dat we binnen dit en 10 jaar richting 10 medailles gaan op de Olympische Spelen. Hoe je het ook draait of keert; succes in de sport en geld hebben een sterke aantrekkingskracht tot elkaar.

Dit blogbericht neigt stilaan naar doemdenkerij, al heeft het huidige topsportbeleid toch ook enkele
Jan Van Den Broeck is profatleet bij Defensie
verdiensten. Het op poten zetten van een volwaardig sociaal statuut voor atleten begin jaren 90 heeft zeker zijn verdiensten. Anno 2014 zijn we echter geëvolueerd naar een kluwen aan statuten en een versnippering van bevoegdheden waarin zelfs een kat haar jongen niet meer kan vinden. Hieronder volgt een kort overzicht van enkele statuten waar topsporters aanspraak op kunnen maken. Positief aan het systeem is de mogelijkheid om topsport te combineren met hogere studies. Het Topsportbeleid is voor de volledigheid overigens een regionale bevoegdheid. Het Bloso-Topsportenstudentenproject geeft beloftevolle topsporters de kans om zelf te ontdekken of een carrière in de topsport voor hen is weggelegd. Tot 21 jaar kunnen studenten genieten van 400 euro onkostenvergoeding per maand en kan er worden geschoven met lessenroosters in functie van wedstrijden. Vanaf 21 jaar kunnen zij eventueel rekenen op een bruto jaarsalaris van 25.000 euro. Het meest begeerd is de Tewerkstelling bij Bloso. Dit houdt een fulltime ondersteuning in op weg naar het beoogde doel. Hierbij wordt voornamelijk de klemtoon gelegd op de 10 focussporten die vastgelegd zijn in de ontwerptekst Topsportactieplan Vlaanderen III 2013-2016. Deze sporten zijn onder meer zeilen, judo, atletiek, gymnastiek.... Een Bloso-contract is voor elke topsporter de heilige graal omdat ook je trainingsstages worden bekostigd. Bekendste topsporter met zo'n Bloso-contract is Hans Van Alphen. Een speciale commissie beslist wie al dan niet een contract in de wacht sleept.  Daarnaast kunnen atleten ook opteren voor een statuut als topsporter bij Defensie. Zij combineren hierbij een job in het leger met hun topsportcarrière en krijgen hierbij alle faciliteiten om te trainen. Vaakst gehoorde kritiek hierbij is dat dit systeem voornamelijk de 'mindere goden' aantrekt die niet in aanmerking komen voor een fulltime contract bij Bloso. Men wil op termijn dan ook af van het systeem. Verder is er nog de mogelijkheid om via een omweg langs het Departement Cultuur, Jeugd, Sport en Media een contract in de wacht te slepen. Concreet gaat het dan om Atletiek Vlaanderen en het Topsport-Vlaanderen wielerteam. Deze versnippering en gegoochel met instanties maakt dat er van een coherent topsportbeleid weinig sprake kan zijn ondanks de goede intenties.

 Als professionele sporter, die niet het geluk heeft om in een telegenieke sport als het wielrennen of het voetbal terechtgekomen te zijn, is het een continue 'struggle for life".  Het staat iedere atleet vrij om zijn eigen sportieve droom na te jagen. Bij deze een oproep aan iedere professioneel bedreigde topsporter met potentieel. Grijp je kans, 'think out of the box'. Gooi die oogkleppen weg en vecht voor je carrière. Hoe mooi zou het zijn moest D'hoedt zijn criticasters lik op stuk geven en in Rio een finale lopen op de 3.000 meter steeple.

zaterdag 25 oktober 2014

Jonge wolven, sluwe vossen

De bomen verliezen hun bladeren, het jachtseizoen schiet zich stilaan op gang en de eerste herfststorm is alweer gepasseerd. De hoogste tijd dus om ook op deze blog over te schakelen op veldritmodus.  We mogen ons opnieuw verlekkeren op een ouderwets duel België-Nederland.

Wat heb ik als klein jongetje toch vaak zitten vloeken op die dekselse Richard Groenendaal.
Mathieu van der Poel
Groenendaal vulde met verve de leegte op die was ontstaan na het afhaken van Adri van der Poel over de Moerdijk. Het hoogtepunt voor Groenendaal, en meteen een dieptepunt voor crossminnend Vlaanderen, was het behalen van de wereldtitel in Sint-Michielsgestel in 2000.  Nota bene in zijn eigen woonplaats. Het tactische steekspel tussen een toen nog onervaren Nys en een geslepen vos als Mario De Clerq leverde prachtige beelden op van een ontredderde Nys en een tot krokodillentranen toe bewogen De Clerq. Die gebeurtenissen tekenden Nys voor de rest van zijn carrière. Tot op de dag van vandaag. Nu de wissel van de wacht in Nederland zich eindelijk voltrokken heeft en de generatie Groenendaal/Boom stilaan in het vergeetputje terechtkomt kunnen de messen opnieuw geslepen worden.

Mathieu van der Poel, David van der Poel en pitbull Lars van der Haar zijn jonge eergierige wolven die maar wat graag de hegemonie van de Belgen voor eens en altijd willen doorbreken. Afgelopen zondag demonstreerde de kleine van der Haar zijn klasse op de Cauberg. In Gieten wist Mathieu van der Poel een schijnbaar uitzichtloze situatie toch nog recht te zetten om meteen zijn eerste zege in de Superprestige op zak te steken. Een binnenkomer die kan tellen voor de nog altijd maar 19-jarige van der Poel.  En in Ronse bewees Nys dat hij op zware omlopen nog steeds zo goed als onklopbaar is. Nys torst vooralsnog op zijn eentje de hoop van de natie na het jammerlijke verlies van Niels Albert, die met hartproblemen noodgedwongen een punt moest zetten achter zijn carrière. Supertalent Wout Van Aert wil nog een jaartje rijpen bij de beloften en zal slechts sporadisch met de grote jongens koersen. Blijven over Klaas Vantornhout, Tom Meeusen en eeuwige belofte Kevin Pauwels. Aan hen om de leemte op te vullen die ontstaan is na het wegvallen van Niels Albert. Vlaanderen zit te wachten op een nieuwe kroonprins die het lef heeft Nys van de troon te stoten. Pauwels is bijzonder wisselvallig mentaal broos en heeft het moeilijk op zware omlopen. Vantornhout is dan weer eerder een volger/overlever en geen geboren aanvaller. Tom Meeusen heeft dan weer wel een groot strijdershart maar mist continuïteit in zijn prestaties.

"Vlaanderen zit te wachten op een nieuwe kroonprins die het lef heeft Nys van de troon te stoten."

Sven Nys moet mee de Belgische eer hoog houden
Gelukkig zijn er nog de Nederlanders die niet vies zijn van een beetje modder of ijswater en het comfortabele asfalt laten voor wat het is. Hoewel van der Poel ook op de weg aardig uit de voeten kan en hij zelf al te kennen gaf op termijn misschien wel Lars Boom achterna te gaan focust hij zich nu volledig op het veld. Dankzij zijn rijzige gestalte kan van der Poel in het veld enorm veel kracht ontwikkelen. Eens zijn motor aanslaat is hij nog maar moeilijk te houden Van der Haar is dan weer technisch onderlegd en komt ook beter tot zijn recht op een technisch veeleisend parcours. Een Oranje dominantie behoort dus zeker tot de mogelijkheden. Geen slechte zaak voor het veldrijden, dat ondanks verwoede pogingen om ook in de Verenigde Staten als brede volkssport gelanceerd te raken, allesbehalve een mondiale sport kan genoemd worden. Zo lang er strijd is tussen de Lage Landen zal de cross zonder veel problemen overleven en interessant blijven voor Jan met de pet. Al zijn goede Tsjechen, Zwitsers, Fransen en Italianen ook meer dan welkom. Wat we vooral moeten vermijden zijn balorige toestanden met het gooien van bier, het massale boegeroep en de occasionele karatetrap. Goede buitenlandse crossers moeten we koesteren en zeker niet bespuwen zoals in het verleden als is gebeurd met Groenendaal en Boom.

Niet enkel sportief belooft het een boeiend jaar te worden. Ook hetgeen ernaast gebeurt is minstens zo interessant. Sven Nys wees de Belgische crossers de afgelopen weken meermaals op hun plichten in de pers en stelde onomwonden dat Vantornout en Pauwels maar beter eens in de spiegel kunnen kijken. Mario De Clerq ploegleider bij Sunweb-Napoleon Games, pleitte er dan weer voor om de startgelden drastisch te verlagen. Ironisch dat deze woorden net uit zijn mond komen. Vantornout weigerde twee weken geleden te starten in Ardooie omdat ze hem niet genoeg startgeld konden betalen. Zulke beslissingen neem je in overleg met je ploegleider, toch?  De toppers in het crossen lijken alvast niet geneigd om hun royale startgelden zomaar overboord te gooien. Wie Sven Nys aan de start wil brengen van een klassementscross betaalt bijvoorbeeld 8.000 euro. Voor een losse cross zoals dit weekend in Meulebeke kan dit oplopen tot 15.000. Het voorstel dat nu op tafel ligt en gesteund wordt door UCI-coördinator Van Den Abeele, wil de startgelden drastisch inperken en het prijzengeld de hoogte injagen. Zo vermijdt je dat crossers louter voor het startgeld aan de start komen en ongeïnspireerd rondrijden. Het zou alvast een enorme stimulans zijn voor de mindere goden, die ook nu nog vlot 1.000 euro startgeld opstrijken, om nog harder te trainen.

donderdag 9 oktober 2014

Snel, Sneller, snelst

2 uur 2 minuten en 57. Dat is de tijd die de Keniaan Dennis Kimetto nodig had om de marathon van Berlijn naar zijn hand te zetten. Hij knabbelt en passant ook maar liefst 26 seconden van het vorige wereldrecord, dat op naam stond van Wilson Kipsang. Rest de vraag hoe lang het nog zal duren vooraleer de magische grens van 2 uur wordt doorbroken?  En kunnen we die Kenianen wel vertrouwen?

Als we even de technische details van het nieuwe wereldrecord onder de loep nemen dan zien we dat Kimetto de 42,195 km overbrugde met een gemiddelde van 2'54" per kilometer. Dat komt neer op een snelheid van 20,6 kilometer per uur. Een simpel rekensommetje leert ons dat wie onder de 2 uur wil duiken nog eens 3 minuten sneller moet lopen, wat grosso modo neerkomt op een gemiddelde snelheid van 21.1 kilometer per uur. Als we kijken naar de evolutie van het wereldrecord dan is deze de laatste 6 jaar met een minuut scherper gesteld. In 2008 liep Haile Gebrselassie in Berlijn naar 2h 3' 59". Als we deze lijn doortrekken duurt het dus nog zeker 20 jaar vooraleer iemand onder de grens van 2 uur duikt. Het wereldrecord kent het laatste decennium een lineaire progressie. In 2003 liep Paul Tergat voor het eerst onder 2h en 5 minuten.  Het lijdt haast geen twijfel dat die lineaire progressie de komende jaren zal vertragen. Er zijn nu eenmaal grenzen aan het menselijk kunnen. De befaamde atletenmanager Jos Hermens, die onder meer Gebrselassie begeleidde, voorspelt echter dat binnen dit en 15 jaar die grens al wel eens doorbroken zou kunnen worden. "Het hangt er maar net van af in hoeverre de Kenianen willen meestappen in het verhaal om hun sport op een nog wetenschappelijkere manier te benaderen", aldus Hermens.  Het is een publiek geheim dat Kenianen trainen op gevoel en lak hebben aan elke vorm van professionele begeleiding.

Louche apothekers
Is het succes van de Oost-Afrikanen in de marathon louter toe te schrijven aan de verbeterde trainingsomstandigheden of spelen ook andere zaken een rol? En dan komen we al snel uit bij het o zo gevreesde 6-letterwoord; doping.  Luc Krotwaar, een voormalige Nederlandse topper op de marathon, windt er alvast geen doekjes om. "Ik stel mij alvast serieuze vragen bij dit nieuwe wereldrecord. Alles onder de 2 h 5' neem ik met een serieus korreltje zout." Volgens Krotwaar gebruiken de Keniaanse atleten vooral in hun aanloopperiode naar de marathon verboden middelen. Die werken ze meestal af in Iten, Kenia, op grote hoogte ver weg van de geciviliseerde wereld. Het Keniaanse nationale dopingagentschap heeft  op zijn zachtst gezegd geen al te beste reputatie en werd hiervoor al meermaals door het WADA op de vingers getikt. Voor dopingcontroleurs is het een hele klus om bloedstalen te verzamelen in die afgelegen gebieden. Komt nog eens bij dat deze stalen, voor een optimaal resultaat, binnen de 1,5 in het labo moeten zijn. In feite komt het er dus op neer dat Keniaanse marathonlopers zonder veel poeha kunnen trainen. Een reportage op de Duitse zender ARD in aanloop naar de Olympische Spelen in Londen toonde aan dat een circuit van louche managers en apothekers Keniaanse atleten er toe aanzetten hun toevlucht tot verboden middelen te zoeken. Mathew Kisorio is één van die zondaars en heeft er nu een doel van gemaakt de omerta rond dopinggebruik in zijn land te doorbreken. Kisorio, een voormalig toptalent op 5.000 en 10.000m bij de junioren, werd in juni betrapt op het gebruik van anabole steroïden in de aanloop naar de Spelen van Londen. Hij claimt alvast niet de enige te zijn. " Dopinggebruik is een groot probleem in Kenia. Atleten beseffen dat de pakkans minimaal is en louche apothekers zien grof geld en beloven atleten een grote carrière." Feit is dat deze atleten weinig of niets te verliezen hebben en dan is de stap naar dopinggebruik natuurlijk snel gezet.
"Kenianen stappen alsmaar meer af van het klassieke carrièreplan. De focus ligt niet langer op de piste."
Komon gaat in Eindhoven op jacht naar de snelste debuuttijd
Steeds jonger
Tot op heden heden is nog geen enkele Keniaanse topatleet in het marathonlopen tegen de lamp gelopen. De Keniaanse suprematie krijgt dus vooralsnog het voordeel van de twijfel. Maar wat maakt dat het wereldrecord nu om de haverklap wordt scherper gesteld? Het record van de Ethiopiër Densamo, 2:06.50 gevestigd in Rotterdam 1988, hield maar liefst 10 jaar stand. De laatste 10 jaar kent het wereldrecord geen rust meer en is het al 5 keer verbeterd.  En met Amsterdam en Chicago nog op het programma en het debuut van Leonard Komon in de marathon van Eindhoven is er misschien nog wel een verrassing in de maak. Een van die oorzaken is dat Kenianen, en bij uitbreiding Ethiopiërs,  afstappen van het klassieke carrièreplan dat hen eerst voor de piste laat kiezen en daarna pas voor de weg. Een carrière op de weg was immers voor atleten die tegen hun pensioen aanliepen. Denken we maar aan Paul Tergat die zich pas op 33-jarige leeftijd waagde aan de klassieke afstand. De Ethiopiër Mekonnen won dit jaar de Dubai Marathon in een recordtijd van 2: 4' 23". De snelste debuuttijd ooit op de marathon. Best knap voor een knaap van maar 18. En natuurlijk helpt het dat organisatoren van grote stadsmarathons niet zuinig zijn op startpremies en prijzengelden. Mekkonen kreeg voor zijn overwinning een slordige 200.000 dollar op zijn rekening gestort. Deze atleten spenderen hun beste jaren van hun leven aan de marathon, waardoor er nu absurd snelle tijden worden gelopen. Nadeel is dan weer dat deze carrières vaak maar 5 a 7 jaar duren. De marathon is een korte doodlopende straat. Eenmaal je keuze gemaakt is er geen weg terug. De Keniaanse atletiekbond ziet dan ook met lede ogen de grootste talenten kiezen voor een carrière op de weg. En dat laat zich voelen op de piste. Londen was met amper 2 gouden medailles een groot fiasco. In 2008 waren het er nog 6. Dat is overigens ook een van de redenen dat blanke atleten opnieuw meer van zich doen spreken op de piste  (Willis, Galen Rupp). De heerschappij van de Kenianen heeft zich nu verplaatst van de piste naar de marathon.

Er zit zeker nog rek op het nieuwe wereldrecord van Kimetto. Die kon wel rekenen op uitstekende weersomstandigheden en een biljartvlak parcours. Dat zal niet elk jaar het geval zijn. Zeg nooit nooit, die duik onder de 2 uur kan er wel eens sneller aankomen dan de meeste denken. Wie had er 60 jaar geleden bijvoorbeeld gedacht dat Roger Bannister op een druilige winderige dag voor het eerst de mijl onder de vier minuten zou lopen?

vrijdag 26 september 2014

Het Mirakel van Brakel door de ogen van een Westerlo-supporter

Moest ik me nu gecharmeerd voelen of eerder gedegouteerd? Nooit eerder schipperde ik zo vaak tussen deze 2 extreme gevoelens als tijdens het bekertreffen tussen Olsa Brakel en KVC Westerlo.

Als volbloed supporter van Westerlo kon ik deze verplaatsing naar een voor mij totaal onbekende tegenstander onmogelijk laten schieten. Dat is meteen ook de grote charme van het hele bekergebeuren. Kleine clubs krijgen de kans om tegen de grote jongens uit te komen die wekelijks op TV hun kunnen etaleren. Het scenario ziet er in de meeste gevallen uit als volgt. De "grote" clubs hopen met zo min mogelijk energieverlies de volgende ronde te bereiken en geven daarbij enkele spelers uit de b-kern wat speelminuten. Die ploeg speelde nog nooit samen en mist bij gevolg automatismen. Supporters en spelers gaan er gemakshalve van uit dat zij ook op halve kracht dat varkentje uit de lagere reeksen wel even zullen wassen. Bij de tegenstrever zijn die automatismen wel in overvloed aanwezig. Het sterkste team staat zonder pardon aan de aftrap, ook al moesten enkele spelers verlof opnemen om überhaupt te kunnen spelen op een doordeweekse dag.  Het groepsgevoel stijgt naar ongekende hoogten en de spelers zijn helemaal doordrongen met een over-mijn-lijk-mentaliteit waar zelfs een doorwinterde sumoworstelaar een puntje aan kan zuigen.
"Er werd verbroederd, gelachen en op het einde zelfs getroost. Kortom bekervoetbal op zijn best."
Het was een wat lange busreis die ons vanuit de Parel der Kempen naar het hart van de Vlaamse Ardennen bracht. Bij aankomst mengden we ons onmiddellijk in de gezellige drukte rond het stadion.Westerlo was klaar om zich onder te dompelen in de plaatselijke folkloristische sfeer die er heerste. Het hele dorp leek te zijn uitgelopen om deze wedstrijd bij te wonen en de plaatselijke helden naar de overwinning te schreeuwen. Tal van geïmproviseerde drank-en eetstandjes moesten de dorstigen laven en de hongerige magen voeden. Er was zelfs een bescheiden VIP gedeelte.  Die was al even geïmproviseerd als de ledschermen die rond het veld hingen.  Het stadion van Olsa Brakel is er een uit de duizend. Een mooie staantribune en kantine aan één kant van het veld met aan de overkant een hellend vlak waar bovenaan en onderaan supporters enkele rijen dik stonden. Supporters van Westerlo en Brakel liepen kris kras door elkaar. Er werd verbroederd gelachen en op het einde zelfs getroost. Kortom bekervoetbal op zijn best.


De waardeverhoudingen waren duidelijk vooraf. Westerlo was torenhoog favoriet na de glansprestatie tegen Lierse. De troepen van Van Wijk kwamen aan de aftrap met een fel gewijzigd elftal, waar enkele jonge jongens hun kans kregen. De jonge doelman Gielen, overgekomen van Genk, maakte zijn debuut. Diezelfde Gielen lost in de eerste minuut een bal en Delle, een vertegenwoordiger, hoeft de rebound maar binnen te tikken. Het begin van een lange avond. Net bekomen van die opdoffer was het een minuut later opnieuw prijs. Het stadion ging opnieuw uit zijn dak. Het ongeloof viel af te lezen op de gezichten van de naar schatting 300 meegereisde Westerlo-supporters. Het geel-zwarte legioen(tje) van Olsa wist met hun vreugde geen blijf. Ook bij hen was het ongeloof van de gezichten af te lezen. De aansluitingstreffer van Koffi bracht nog hoop, maar vlak voor affluiten van de eerste helft zette Leroy, die nog student is, de 3-1 op het bord. Ik liet de hoop varen en besloot nog het beste te maken van mijn avond.  De rest van de wedstrijd volgde ik met enkele Westelse supporters in de kleine maar gezellige kantine. Als een hoopje ellende stond ik daar ineengezakt toen de 6-1 werd gescoord en Mac Donalds zelfs geen penalty kom omzetten. Enkele plaatselijke fans betoonden oprecht hun medelijden en verontschuldigden zich nog net niet voor de monsterscore die op het bord stond. Het brak meteen elk gevoel van verzet, tegenkanting of afkeer. De verbroedering was al lang een feit tussen pot en pint. Er werden plannen gesmeed voor een sequel (Mirakel van Brakel 2) waarbij wij in de rol kruipen van vurige Olsa-supporters wanneer KV Mechelen op bezoek komt. Ondanks het zware en pijnlijke verlies had ik deze wedstrijd voor geen goud van de wereld willen missen. Want wat is er nu mooier dan een underdog die de favoriet vernedert?

woensdag 10 september 2014

Sportsponsoring voor dummy's

Ghelamco Arena, Eneco Tour, Jupiler Pro League, AG Insurance Memorial Van Damme, KBC nacht van de Atletiek.  Nostalgici vinden het verwerpelijk, maar het is de harde economische realiteit in de topsport. Overleven zonder degelijke sponsoring is voor organisatoren atleten en clubs een haast onmogelijke opgave geworden. Stevenen we af op een VTM-scenario waarbij de commerciële ondertoon nooit ver weg is? 

De Memorial Van Damme is sinds zijn ontstaan in 1977 uitgegroeid tot een van de belangrijkste sportevenementen in België. De hoogmis van de atletiek lokt jaar na jaar meer dan 40.000 mensen naar het Koning Boudewijnstadion, waarmee het één van de best bezochte meetings is wereldwijd.  Belgacom werd in 2008 de eerste officiële titelsponsor van de Memorial. Daarmee bezweek organisator Meert onder de druk van Golazo, dat tal van sportevenementen organiseert in de BeNeLux waaronder de Memorial.  Het Golazo van Bob Verbeeck staat  er namelijk voor gekend ieder evenement te verbinden aan een titelsponsor. Van de Baloise Belgium Tour over de DVV Antwerp Ten miles en nu dus ook de ING Insurance Memorial Van Damme. Of we daar blij mee moeten zijn is een andere vraag, al mogen we ook de realiteit niet uit het oog verliezen. De sportwereld overleeft grotendeels bij gratie van sponsoring.

Crowdfunding Swings
En net daar wringt het schoentje. Daar is het wielrennen het beste bewijs van. Wielerploegen zijn met handen en voeten gebonden aan hun naamsponsors. Trekken zij er de stekker uit dan is het onherroepelijk gedaan.  De wielersport snakt naar een duurzamer model,  waarbij het niet voor de volle 100 procent afhankelijk is van zijn naamsponsor(s). Die roep om verandering werd begin juli nog maar eens kracht bijgezet door de noodkreet van Richard Plugge, manager van Belkin.   Die moet op zoek naar  nieuw kapitaal nadat bekend raakte dat Belkin er eind dit jaar mee stopt als hoofdsponsor. Een zoveelste klap voor de ploeg die vorig jaar net hetzelfde overkwam na het afhaken van Rabobank. Het sein voor Plugge om ‘out of the box’ op zoek te gaan naar een nieuw financieringsmodel. Plugge ziet daarbij onder meer heil in crowdfunding. Crowdfunding is nog relatief onontgonnen terrein in de sportwereld. Bart Swings experimenteerde er vorig jaar mee in zijn ‘queeste’ naar olympisch goud in Sotchi. Omdat ons land geen schaatscultuur heeft -en sponsors bijgevolg niet staan te springen om te investeren in een onbekende sport- was het voor Swings een noodzaak om via crowdfunding de nodige fondsen binnen te rijven. Dit om te kunnen leven van zijn sport, trainingsstages te bekostigen en te kunnen concurreren met de Nederlanders. Mogen we dan ook crowdfunding bestempelen als goedkope commercie? Laten we dit vernieuwende concept vooralsnog het voordeel van de twijfel geven. Wanneer 1000 mensen elk 25 euro storten omdat ze echt in een project geloven creëer je in ieder geval een nauwere betrokkenheid vanuit de gemeenschap dan wanneer een CEO van een bedrijf ditzelfde bedrag zou sponsoren. En betrokkenheid, dat is uiteindelijk waar het om gaat in sport? 


"Sport op topniveau mag geen slaaf worden van platte commercie. Het moet daarentegen een biotoop zijn waar eigen waarden en normen en traditie de bovenhand krijgen. "

Dat bedrijven zich graag vereenzelvigen met sport is geen toeval.  Passie, strijd, overgave, winnaarsmentaliteit, heroïek. Ze worden veelvuldig in verband gebracht met topsport en daar wil ook de bedrijfswereld een graantje van meepikken.  Al is het ook de grote achilleshiel. Indien er opnieuw een dopingschandaal uitbreekt in het wielrennen, waarbij meerdere ploegen betrokken zijn, zouden wel eens plots heel veel renners zonder werk kunnen komen te zitten. Een negatieve perceptie-en die is nooit ver weg in de wielersport-zijn bedrijven liever kwijt dan rijk. Het wielrennen moet dus af van zijn wankel business model en zelfbedruipender worden. Enerzijds door in te zetten op een betere verdeling van TV-gelden. Anderzijds door de versnipperde wielerwereld terug op één lijn te krijgen. In de huidige situatie is het vooral ASO, de inrichter van heel wat wielerwedstrijden zoals de Tour, die een te groot deel van de koek voor zichzelf houdt. Het incasseert bijvoorbeeld meer dan 50 miljoen aan TV-gelden voor de uitzendrechten van de Tour, maar teams zien daarvan geen euro.  De Internationale Wielerunie (UCI) kijkt ernaar en laat het gebeuren, terwijl het hier een regulerende rol zou moeten opnemen. Een eerlijkere herverdeling is ook hier niet meer dan op zijn plaats.  Het zijn tenslotte de teams die voor het spektakel zorgen. Op die manier versterk je de basis van de wielersport en staan ploegen minder onder druk als ze toch eens op zoek moeten naar een nieuwe sport. Sponsoring zou in het beste geval niet meer mogen zijn dan een appeltje voor de dorst. Als we een vergelijking maken met bijvoorbeeld ons televisielandschap dan lijkt topsport meer en meer op VTM en zou het a priori een beetje van alles moeten zijn. Een vleugje Netflix gecombineerd met wat  VTM en een beetje Eén. Jammer genoeg profiteert enkel het voetbal van een gezonde en gevarieerde financieringsbasis. De lagere divisies even buiten beschouwing gelaten. Een deel van de inkomsten haalt het uit ticketverkoop er is overheidssteun, sponsoring en natuurlijk zijn er ook nog de TV-gelden.  Clubs zullen dan ook niet failliet gaan als ze een tijdje zonder hoofdsponsor zitten. Kijk naar Club Brugge dat nu al een tijdje zonder shirtsponsor voetbalt.

Het toonbeeld van platte commercie in de sport
Een sport die ook bijna volledig afhankelijk is van de gulheid van haar sponsors is het basketbal, of beter de Ethias league. In tegenstelling tot het voetbal heeft Belgacom voor de uitzendrechten van het Belgische basketbal slechts een habbekrats over. De teloorgang van traditieclubs als Pepinster en Bree laten op dat gebied dan ook een wrange nasmaak achter. Een collega-blogger maakte onlangs een terechte bemerking door te stellen dat een groot deel van het sponsorgeld in het basketbal in feite een vorm van verkapte overheidssteun is. Met daarbij geen al te fraaie rol voor Johan vande Lanotte, zelf een fervent basketliefhebber. U leest er hier meer over. Ook de Formule 1 kan slechts overleven met behulp van vette sponsorcontracten. Deze zogenaamde commerciële merkenteams werden pas in 1968 toegestaan. Daarvoor werd onder nationale vlag geracet, zoals dat ook lange tijd in het wielrennen gebeurde. De bedragen die in dit circuit rondgaan zijn alvast om van te duizelen. Budgetten van 200-300 miljoen euro zijn meer regel dan uitzondering. Shell betaalt bijvoorbeeld 30 miljoen dollar op jaarbasis om het schelpvormige logo op de bolides van Raikkonen en Alonso te mogen plaatsen.  De Formule 1 is voor autoconstructeurs natuurlijk het perfecte uithangbord. Befaamde renstallen zoals Ferrari en Mercedes zijn haast  vergroeid met de sport wat voor stabiliteit zorgt. En als er dan toch strubbelingen zijn dan komt desnoods suikeroom Ecclestone op de proppen met wat extra zuurstof. Uit onthullingen van The Times blijkt dat Ferrari jaarlijks 80 miljoen krijgt toegestopt nadat het in 2008 dreigde de sport vaarwel te zeggen.

Toen onlangs PEC Zwolle Europees het bezoek kreeg van Red Bull Salzburg eiste de harde kern dat er die dag geen Red Bull verkocht zou worden in het stadion. Een statement waarmee de thuisaanhang duidelijk maakte niet gediend te zijn met de manier waarop Salzburg zijn ziel verkocht heeft. Want daar komt het uiteindelijk op neer. Sport op topniveau mag geen slaaf worden van platte commercie. Het moet daarentegen een biotoop zijn waar de eigen waarden en normen en de traditie de bovenhand krijgen. De Baloise Belgium Tour? Hoe kom je er toch op.

woensdag 27 augustus 2014

Qatar: Een lilliputter met invloed

Maxime Lestienne staat op het punt zijn carrière in het buitenland verder te zetten. Wie een simpele transfer verwachtte tussen club A en B is eraan voor de moeite. Lestienne heeft immers nog een tussenstop voorzien in Qatar. Een stuk over investeringsfondsen, opleidingscentra en geld. Heel veel geld. 

Diversifiëring
Maxime Lestienne
Maxime Lestienne, Mpoku, Ezekiel. Stuk voor stuk jonge beloftevolle voetballers wiens lot nu in handen ligt van Qatarese investeringsfondsen. Het principe is simpel. Deze investeringsfondsen richten hun pijlen op talentvolle buitenlandse spelers en kopen hun transferrechten op. Vervolgens tekenen zij een contract bij een Qatarese moederclub, in het geval van het genoemde trio hierboven is dat Al-Arabi, die hen op hun beurt weer uitleent aan een Europese (top)club om hen finaal met winst te verkopen. Dit alles maakt deel uit van de reconversie die Qatar overspoelt, waardoor het emiraat uiteindelijk minder afhankelijk moet worden van de opbrengsten uit olie en gas. De diversifiëring van de economie staat sinds het aantreden van emir Hamad bin Khalifa dan ook hoog op de agenda. Daarbij wordt stevig geïnvesteerd in vastgoedprojecten, de bankensector, cultuur, sport..... Het nationale investeringsvehikel, Qatar Investment Authority (QIA), investeerde de afgelopen jaren voor meer dan 60 miljard euro in onder meer Porsche, Barclays, Volkswagen, London Stock Exchange en PSG. En nu wordt er ginds dus ook geïnvesteerd in voetballers.

Win-winsituatie
Het fenomeen, waarbij transferrechten worden opgekocht, is overigens niet nieuw. In Zuid-Amerika is deze handelswijze schering en inslag en wordt het systeem zelfs aanzien als een bedreiging voor de voetbalcultuur. Jonge spelers zijn er vaak aan handen en voeten gebonden aan de wil van deze fondsen/makelaars, die het grote geld ruiken en nauwelijks oog hebben voor de wensen van de speler. Sports One Middle East (SOME) is zo'n investeringsmaatschappij en is verantwoordelijk voor de recente kaalpluk van onze competitie. Zij hebben momenteel de rechten in handen van Lestienne, Mpoku en Ezekiel. Een vluchtige blik op hun, zij het zeer beperkte, website leert ons dat ze momenteel een hele resem spelers in hun portefeuille hebben/hadden. Daarbij behartigen zij voornamelijk het management van spelers op zoek naar het grote geld in Qatar of de Verenigde Arabische Emiraten. Onder meer Jaja Coelho, ex-Westerlo, vinden we terug in deze lijst. Maar ook vedetten als Gabri en Zé Roberto prijken op hun website. Door te investeren in jonge voetballers, waar nog rek zit op de marktwaarde, heeft SOME nu uitzicht op een riante bonus bij een eventuele doorverkoop. Dat het hen menens is blijkt uit het feit dat de CEO van SOME, Abdallah Lemsagam, mee betrokken is bij de uitbouw van een nieuwe JeanMarcGuillou-academie in Marokko. Dat noemen ze dan een plaatsje reserveren dicht bij de bron.


Belangrijke rechtenhouder in het voetbal
Dit soort van investeringsmaatschappijen gaat ook in de toekomst een steeds grotere rol spelen bij internationale transfers. Clubs kunnen op die manier spelers binnenhalen die ze op de reguliere transfermarkt niet kunnen betalen en de club die haar speler verkoopt toucheert het gewenste transferbedrag. Ondertussen wordt achter de schermen naarstig op zoek gegaan naar een club voor Lestienne. Hoogstwaarschijnlijk zal zijn toekomst in de Serie A liggen. AC Milan zou al interesse getoond hebben. Mpoku zou op zijn beurt nog een jaartje rijpen bij Standard. Met Ezekiel heeft men dan weer andere plannen.

Qatar heeft ondertussen al een tijdje zijn plaats veroverd aan het firmament van de voetbalwereld. Eerst door grote namen op retour naar de Qatar Stars League te halen, daarna door te investeren in buitenlandse clubs (PSG, Barcelona-via Qatar Foundations) en televisierechten op het voetbal via Al-Jazeera. Als klap op de vuurpijl volgde de toewijzing van het Wereldkampioenschap in 2022. Dat het daarbij grotendeels ook om prestige draait valt niet te ontkennen. En een deel van dat prestige hangt samen met het op de been brengen van een nationaal elftal dat kan wedijveren met de grote voetbalnaties. Allesbehalve evident in een ministaat met goed 300.000 inwoners. Om dat doel te halen werden daarom verschillende projecten in het leven geroepen met vertakkingen tot in België.

 "Momenteel beseft men bij Aspire Football Dreams als geen ander dat dit thema nog te gevoelig ligt bij de Fifa. Die hanteert namelijk bijzonder strenge regels als het aankomt op de naturalisatie van spelers."
Onuitputtelijke talentenpool
Aspire Football Dreams (AFD is zo één van die projecten. Wat in 2004 begon als een kleinschalig project

Het trainingscentrum van de Aspire Academy in Doha
om Qatarese voetballers op te leiden is vandaag de dag uitgegroeid tot een internationaal opleidingscentrum. AFD, dat officieel pas in 2007 van grond kwam,  is momenteel aanwezig in 13 landen op 3 verschillende continenten. Een van de architecten van dat succes is Joseph Colomer. Als scout van Barcelona was hij destijds de ontdekker van Lionel Messi in Argentinië. Oorspronkelijk was het de bedoeling enkele buitenlandse talenten naar Qatar te halen om op die manier het niveau op te krikken. Colomer scoutte in eerste instantie voornamelijk in Afrika en tal van kleine opleidingscentra zagen in zijn spoor het levenslicht. Via een talentenjacht worden de beste voetballers uit elke regio/ land verzameld om vervolgens een doorgedreven opleiding te krijgen. AFD verkoopt zich als een humanitair project dat tevens voorziet in huisvesting en een educatieve opleiding. De allerbeste voetballers uit de verschillende opleidingscentra worden op hun beurt nog eens ondergebracht in de Aspire Academy in Doha. Het is uit deze talentenpool dat Eupen sinds 2012 jaarlijks mag vissen. De Oostkantonners grepen vorig seizoen nog nipt naast promotie naar de Belgische hoogste voetbalklasse. Een van die spelers, Diagne, versierde afgelopen maand zelfs een transfer naar FC Barcelona. Colomer zal hier ongetwijfeld een hand in hebben gehad.

Wat zijn de werkelijke intenties van Aspire Football Dreams? Niemand die er op dit moment antwoord op kan geven? Wil men werkelijk buitenlandse talenten uit de academie naturaliseren zodat ze voor Qatar kunnen spelen zoals door verscheidene media wordt geopperd? Onlangs werden geruchten in die richting nog met klem ontkend in de NY Times. Tot op heden is het jonge spelers uit de opleidingscentra bijvoorbeeld ook niet verboden om voor hun nationale jeugdelftallen uit te komen. Momenteel beseft men bij AFD als geen ander dat dit thema nog te gevoelig ligt bij de FIFA. Die hanteert namelijk bijzonder strenge regels als het aankomt op naturalisatie van spelers. In 2004 werd al eens geprobeerd om enkele Brazilianen te naturaliseren, zonder veel succes. Maar helemaal van tafel is de piste nog niet. Qatar heeft trouwens al een berucht verleden als het aankomt op het naturaliseren van sporters. Bekendste voorbeeld is misschien wel dat van Stephen Cherono, die zich liet naturaliseren tot Qatarees en meteen ook maar zijn naam veranderde in Saif Saaeed Shaheen. Shaheen behaalde verschillende wereldtitels op de 3000 meter steeplechase en is nog steeds houder van het wereldrecord. Shaheen krijgt als tegemoetkoming levenslang maandelijks 1.000 dollar op zijn rekening gestort

Zijn we opnieuw aanbeland bij Imoh Ezekiel. Volgens de laatste geruchten zou hij eerst een jaar rijpen in Qatar om vervolgens te worden uitgeleend aan een Europese topclub. Ezekiel heeft momenteel één vriendschappelijke interland met Nigeria op zijn actief. Hij zou in principe dus nog voor een ander land mogen uitkomen. En dat land zou wel eens Qatar kunnen zijn.  Want uiteindelijk is met geld alles te koop. Daar is Qatar misschien wel het beste bewijs van. Dit emiraat gaat ook de komende jaren nog stevig zijn stempel drukken op het voetbal.

maandag 11 augustus 2014

Voorbeschouwing EK atletiek Zürich

Van 12 tot 17 augustus vinden in Zürich de Europese kampioenschappen atletiek plaats. De hoogste tijd dus voor een voorbeschouwing.


Het EK houdt voor de tweede keer in zijn geschiedenis halt in het land van Alpenreuzen, haarfijn afgestelde horloges en de niet te versmaden Emmentaler. In 1954 was er al eens een tussenstop in Bern. Dat was toen een overrompelend succes en er diende inderhaast zelfs noodtribunes te worden bijgebouwd. Naar schatting  25.000  toeschouwers waren getuige van een verbluffende Zatopek, die goud veroverde op 10.000m en brons op 5.000m. Roger Bannister beleefde er zijn moment de gloire door goud te veroveren op de 1500m.  Deze keer geen inderhaast opgetrokken noodtribunes in Zürich. Dat zouden de Zwitsers ook niet toelaten, want het Letzigrundstadion is een architecturale parel. Het stadion, zoals wel meer stadions in Zwitserland, gaat volledig op in zijn omgeving en de 31 lichtmasten op het dak geven het stadion zijn kenmerkende look. Het is in dit stadion dat Grashopper Zürich,  de volgende tegenstander van Club Brugge in de voorronde van de Europa League, zijn thuiswedstrijden afwerkt. Het stadion werd in 2005 ter ere van het EK voetbal 2008  volledig gerenoveerd en biedt plaats aan 26.000 toeschouwers.

Snelle piste
De organisatie van het EK claimt alvast dat de atleten in de beste omstandigheden zullen kunnen presteren. De naar schatting 1500 atleten uit meer dan 50 verschillende landen mogen hun kunsten vertonen op een fonkelnieuwe revolutionaire atletiekpiste. Een weloverwogen investering van 700.000 euro die voornamelijk bedoeld is om de befaamde Diamond League meeting van Zürich opnieuw te doen aanknopen met de glorietijden van weleer. Het laatste wereldrecord in dit stadion, waar 25 wereldrecords sneuvelden, dateert alweer van 5 jaar geleden. Het EK vormt dan ook het ideale testmoment. De ondergrond bestaat uit twee verschillende lagen. Het onderliggende zachtere gedeelte is zacht en dempend en geeft energie terug aan de atleet. De hardere toplaag zorgt voor een betere balans en een verbeterde voorwaartse beweging van de voet. Dit alles moet resulteren in scherpe tijden en een heleboel nieuwe records. Volgens de fabrikant van de piste toonden metingen aan dat atleten tot 10 procent minder energie zullen verbruiken op de nieuwe ondergrond.  Een boude veronderstelling die in de komende weken al dan niet hard gemaakt wordt. Zwaardere atleten zouden overigens in het voordeel zijn op hun lichtere collega's maar dat zou kunnen opgelost worden door scherpere toppen te monteren op de spikes.
     
Een twintigtal disciplines staan er op het programma in Zürich voor zowel mannen als vrouwen. Netjes
Twee gouden medailles is ook nu het doel
verdeeld in de subcategorieën loop-en kampnummers. Het ene nummer spreekt al wat meer tot de verbeelding dan het andere. De 100m-finale geldt steeds als één van de hoogtepunten van het tornooi. De marathon mag dan weer bestempeld worden als de meest mythische en tevens meest onvoorspelbare discipline. En natuurlijk is het polsstokspringen best spectaculair om zien, zeker wanneer Lavillenie aanzet voor een sprong over 6 meter. De meest complete atleten worden bekroond in de zeven-en tienkamp. Dan heb je verder nog het discuswerpen, waar de atleet een evenwicht moet zien te vinden tussen balans, techniek en brute kracht. En wie dacht dat atletiek louter op individuele basis wordt beoefend heeft het grondig mis. De 4x100 en 4x400 staan steeds garant voor spektakel. Atletiek is dan ook allesomvattend en daarom de mooiste sport ter wereld.

Mo Farah
Naar welke atleten is het uitkijken in Zürich? Een vraag die brandt op de lippen van miljoenen liefhebbers in Europa en daarbuiten. (Het EK zal door naar schatting 370 miljoen mensen worden bekeken) Mo Farah waant zich zo stilaan onklopbaar op grote kampioenschappen op 5 en 10 km. Farrah is een kampioenschapsloper pur sang die teert op zijn hoge basissnelheid. Kenmerkend is het beeld van een schijnbaar ongeïnteresseerde Farrah die zich in de eerste helft van de race achteraan zet om pas in de laatste ronden boven water te komen en uit te pakken met een verschroeiende slotronde. Toch rijzen er vragen over de fitheid van Farrah, die twee weken geleden nog moest afzeggen voor de Commonwealth Games. Anders dan in Helsinki twee jaar geleden kiest de Brit van Somalische oorsprong opnieuw voor de dubbel.
"Atletiek is allesomvattend en daarom de mooiste sport ter wereld." 
De 100m bij de mannen lijkt een open strijd te worden De Fransman Jimmy Vicaut liet dit seizoen al 9.95 optekenen en start als favoriet. Die andere Fransman Lemaitre is de eerste blanke atleet ooit die onder de magische grens van 10 seconden dook en zich zelfs op wereldvlak staande houdt tussen de absolute toppers. Met 10'13" heeft de Fransman momenteel slechts de 8ste tijd van alle deelnemers staan, maar hij heeft naar eigen zeggen zijn piek voorzien voor Zürich. Uitkijken is het naar Reus die onlangs het Duits record nog scherper stelde en de potentie heeft om als tweede blanke atleet onder 10 seconden te lopen. Op de 200m is Lemaitre dan weer de uitgesproken favoriet. Meerkampster Dafne Schippers mag hopen op goud op zowel 100 als 200 meter. Onlangs verbeterde ze op één en dezelfde avond het Nederlands record op beide sprintnummers. Op de 200 meter heeft Schippers momenteel zelfs de beste wereldjaarprestatie achter haar naam staan.

Hooggespannen verwachtingen
Op de 1500 meter bij de vrouwen is Sifan Hassan een van de grote favorieten. Hassan schreef onlangs de Diamond League van Parijs en Glasgow op haar naam en liep naar een tijd onder de 4 minuten. Aregawi wordt haar voornaamste tegenstander.  En ook voor de zevenkamp leveren onze noorderburen één van de favorieten. Nadine Broersen veroverde in maart indoorgoud op de vijfkamp en moet dit outdoor bevestigen. Tegenstand komt onder andere van onze landgenote Nafi Thiam. Als alles een beetje meezit zit een podium er misschien wel in voor haar. Een van de mooiste nummers op eender welk kampioenschap is de 800m. De jonge Fransman Ambroise Bosse kwam dit jaar helemaal tot ontbolstering. In Monaco strandde Bosse in het spoor van Amos en wist er zelfs Rudisha te kloppen in een wereldtijd van 1:42 53.  De pool Marcin Lewandowski eindigde op het WK in Moskou nog net buiten de medailles, maar er moet al veel gebeuren om hem van het podium te houden in het Letzigrundstadion.

Bondarenko legt de lat hoog op het EK
Een Europees kampioenschap is traditiegetrouw wereldtop als het aankomt op de kampnummers. Dat is deze keer niet anders. Al het hele seizoen is de competitie in het hoogspringen bij de mannen-euh- van een bijzonder hoog niveau. Het belooft een spannende driestrijd te worden tussen de Rus Ukhov en de Oekraïners Bondarenko en Protsenko met een Europese titel en mogelijk het wereldrecord (2,45 Javier Sotomayor) als inzet. Benieuwd of ook het Kremlin wakker gaat liggen van deze strijd in het hoogspringen. In het speerwerpen is met de Tsjech Vesely, de op wraak beluste Fin Pitkämäki en de Rus Tarabin het volledige podium van het vorige WK aanwezig.  Op de werpnummers is het uitkijken of Duitsland zijn hegemonie kan bestendigen.

Kwantiteit en kwaliteit
Wat mogen we van onze landgenoten verwachten? Mogen we met andere woorden onze Belgische driekleur nog even laten hangen aan onze gevel of halen we ze maar beter stante pede binnen. Net zoals bij de Rode Duivels mogen we het EK in Zürich hoopvol tegemoet zien. Met 27 atleten en 2 estafetteteams beschikken we over een omvangrijke delegatie. Van die 27 behoren 12 op basis van hun seizoensbeste tot de top-8 in Europa. Delegatieleidster Tille Scheerlinck wil alvast beter doen dan 4 jaar geleden toen 6 top-8 plaatsen en 3 medailles werden behaald. Die top-8 noteringen mogen geen probleem zijn met deze ruime en kwalitatieve delegatie, de Belgische criteria zijn doorgaans strenger dan in de ons omringende landen. Of we meer dan 3 medailles behalen zal deels afhangen van geluk. De bronzen plak van Bolshakova kwam vier jaar geleden ook een beetje onverwacht. De  medailles van Kevin Borlée en de 4x400m lagen dan weer wel in de lijn der verwachtingen. Iets wat anno 2014 iets minder voor de hand ligt.

Laten we beginnen met de twee vaandeldragers van de Belgische atletiek. Kevin en Jonathan Borlée hebben er een bewogen seizoen opzitten. Beiden konden nog niet overtuigen en liepen nog geen enkele keer een chrono onder de  45 seconden. Het gevaar komt voornamelijk van de Britten. Conrad William, Martyn Rooney en Matthew Hudson-Smith zijn meer dan outsiders voor het podium. Wat betreft de 4x400m steken zij er momenteel met kop en schouders bovenuit. Al is ook het Belgische team sterker dan 2 jaar geleden. Julien Watrin, die zich ook individueel kon plaatsen, is een versterking voor de Belgian Tornados. Alles zal afhangen van het niveau dat de Borlées zullen halen. De niet-selectie van Dylan Borlée is een zoveelste hoofdstuk in een niet al te fraaie oorlog tussen Jacques Borlée en de Belgische atletiekbond.

Lefgozer Pieter-Jan Hannes
België heeft een gouden generatie atleten op de fond en ook in de afstandsnummers komen we aardig voor de dag. Pieter-Jan Hannes is een van de absolute speerpunten op de 1500m. Hannes heeft zich reeds meermaals bewezen als kampioenschapsloper en werd zowel in de cross als op de piste Europees kampioen bij de beloften. In Heusden strandde hij met 3'34" 49 op drie tienden van het Belgisch record van Impens. Concurrentie komt van Ingebrigtsen die al 3'31" liet optekenen. En ook Tsefaye en Özbillen behoren tot de kanshebbers. Op de 5 en 10.000 meter zijn we in blijde verwachting van een knalprestatie van Abdi Bashir. Bashir verbeterde dit seizoen al zijn persoonlijke records en steekt in de vorm van zijn leven. Al is Bashir niet helemaal vrij van zorgen en kampt de Somalische Belg al een tijdje met kleine kwaaltjes.  Opvallend overigens is het  grotendeels ontbreken van vrouwelijke atleten op de afstandsnummers. Enkel Almensh Belete moet de Belgische eer zien hoog te houden op 10.000 meter.  Zij moet in staat zijn om te strijden voor de medailles, maar viel al eens eerder door de mand op een groot kampioenschap.

Op de sprintnummers presteren de vrouwen dan weer doorgaans beter dan de mannen. Anne Zagré is aan en sterk seizoen bezig op e 100 meter horden en moet in staat zijn om te strijden voor de medailles. Indien Eline Berings een superdag heeft kan er voor haar misschien wel een verrassing uit de bus vallen. Verder is het uitkijken naar de prestatie van Thomas Vanderplaetsen in de tienkamp. Een medaille lijkt net iets te hoog gegrepen.  U hoeft niets te missen van al dit fraais. Sporza zendt de meeste avondsessies live uit op Canvas en OP12.  U kijkt toch ook?

maandag 28 juli 2014

Free Jelle Vossen

"De transferperikelen beginnen stilaan te wegen",liet Hans Vanaken optekenen na zijn bleke partij tegen Westerlo. Hans is niet alleen. Ook Jelle (Vossen), Maxime (Lestienne) en andere Ibrahima's (Conté)  wachten momenteel ongeduldig op een telefoontje van hun makelaar. 

Hans Vanaken stak 90 minuten lang in de achterzak van Kevin Geudens. Geen assist of goal in de met 1-0 verloren partij van Lokeren tegen Westerlo Wat een verschil met exact een jaar geleden toen hij op de openingsspeeldag meteen twee keer fraai raak trof tegen Anderlecht en het Astridpark met verstomming sloeg. Nu scoort Vanaken vooral met de beslommeringen rond een mogelijke transfer. Zowel Anderlecht als Brugge voerden de afgelopen weken een paringsdans met de ranke middenvelder en diens makelaar. Zonder succes en het heeft er alle schijn naar dat hij ook dit jaar het seizoen zal uitdoen bij de Waaslanders.  Slachtoffer van zijn eigen succes.

Te goed voor België

Jelle Vossen
Gevangen in een gouden kooi. Zo moet ook Jelle Vossen zich momenteel voelen. Of om er even de actualiteit bij te sleuren; gevangen als een Palestijn in Gaza. Het wordt stilaan meelijwekkend om te moeten vernemen hoe Jelle's jaarlijks weerkerende transferverzoek steeds weer uitdraait op een sisser.  Flirts vorig jaar mer Newcastle en Middlesbrough draaiden uit op niets. Ook dit jaar heeft die laatste zich opnieuw gemeld. Cru gesteld komt het neer op het volgende. Vossen is te goed voor België, maar net niet goed voor de absolute top in het buitenland. Dan heb je als Belg een probleem en al helemaal als je transferwaarde overschat wordt. Een kwaal waar wel meer Belgische clubvoorzitters aan lijden. 

In juli 2013 klonk het nog dat Genk bereid was mee te werken aan een transfer van Jelle Vossen. Ook een jaar eerder kreeg hij hetzelfde signaal van het bestuur. Als zoethoudertje mocht hij tot twee keer toe een verbeterd contract tekenen, daaraan gekoppeld dat hij weg mag bij een goed bod. Tegen Mechelen haalde Vossen dit weekend niet eens de bank. Officieel omwille van een opgelopen blessure daags voor de wedstrijd, maar dat het uitblijven van zijn transfer de hoofdreden is hoeft geen betoog. Heel België gunt Vossen zijn transfer. Clubspeler in hart en nieren, zijn lot dragend als een man van eer. Maar ook bij een man van eer loopt de emmer ooit over. 

 "Heel België gunt Vossen zijn transfer. Clubspeler in hart en nieren, zijn lot dragend als een man van eer."

Ibrahimovic
Eke speler krijgt in zijn leven wel eens af te rekenen
met dit soort van transferperikelen. Zlatan Ibrahimovic heeft het in zijn biografie uitvoerig over zijn vele transfers en de kopzorgen die dat met zich meebracht. Wie wil weten wat dit met een speler doet moet dit boek zeker eens lezen. Hij vertelt er onder andere uitvoerig over hoe hij zijn makelaar onder druk zette om een transfer te forceren van Malmö naar Ajax of over de moeizame onderhandelingen bij zijn transfer van Juventus naar Internazionale.  Wat de zaken niet vergemakkelijkte was dat Ibra steeds het onderste uit de kan haalt bij transferbesprekingen. Het gaat hem dan niet zozeer om het geld dan wel de prestige die aan zo'n vet contract kleeft. 'Ik ben de beste van de wereld dus wil ik daar ook naar betaald worden' of zoiets. 

Een Belg met goede voeten heeft het in onze competitie moeilijker om een mooie transfer af te dwingen dan een buitenlander. Logisch, want Belgische smaakmakers lokken het volk naar het stadion. Goeie buitenlanders kan je (meestal) meteen vervangen, goeie Belgen zal al moeilijker lukken. Ergens is het dus te begrijpen dat Genk Vossen zo lang mogelijk aan zich wil binden.Wat betreft de hierboven genoemde spelers nog deze wijze raad.. Makelaars, clubvoorzitters en spelers.Gelieve in eigen belang dit gratis geformuleerde advies te respecteren.

-Het geval Vossen: Heeft alles al bewezen in België en Genk en mag vertrekken. 
-Het geval Vanaken: Moet zich spiegelen aan Thorgan Hazard en dit seizoen bevestigen en zich volledig focussen op Lokeren.
- Het geval Lestienne: Is toe aan een nieuwe uitdaging. Laten gaan dus. 
-Het geval Conté: Laten gaan 


maandag 14 juli 2014

Afrekenen met het dopingtijdperk

 Denis Menchov wordt geschrapt uit de uitslag van de Tour van zowel 2009, 2010 als 2012. Twee dagen lang bleef het nieuws verborgen op de site van de UCI.  Tot een journalist er toch op uitkwam en er alsnog een perscommuniqué de wereld werd ingestuurd. Discretie lijkt sinds het aantreden van Cookson als topman het hoge woord te voeren bij de UCI. De tijd dat dopingmisdrijven met luide trom wereldkundig gemaakt werden ligt voorgoed achter ons. Met dank aan Dick Marty en het CIRC. 

Flashback naar september van vorig jaar. In het Italiaanse Firenze wordt Cookson verkozen tot nieuwe voorzitter van de UCI. De Brit maakt hiermee een einde aan het omstreden bewind van Pat McQuaid. De verdachtmakingen aan het adres van McQuaid in de zaak Armstrong deden de geloofwaardigheid van de internationale wielerbond naar een dieptepunt kelderen. Daar lijkt nu opnieuw stilaan verandering in te komen. 

Dopingtijdperk
De verkiezing van Cookson deed alvast een frisse wind waaien in Aigle, waar het hoofdkantoor van de UCI
Brian Cookson is de bezieler van het CIRC
gevestigd is. Zo kwam de Brit begin dit jaar naar buiten met het nieuws om een onafhankelijke commissie op te richten die komaf moet maken met het kwalijke dopingverleden van de sport. Op 8 februari van dit jaar werd hiertoe het CIRC boven de doopvont gehouden. CIRC, wat staat voor Cycling Independant Reform Commission, krijgt hiervoor een mandaat  en budget van de UCI om het komende jaar onderzoek te doen naar alle facetten van het dopinggebruik in de periode tussen 1998 en 2013. Hoewel de commissie zijn werkingsmiddelen ontvangt van de UCI opereert het voor de rest onafhankelijk van zijn broodheer. In het persbericht dat de UCI hierover rondstuurde klinkt het als volgt. "Het CIRC tracht de oorzaken en de patronen van het dopinggebruik in deze periode in kaart te brengen. Het doel is te leren uit de fouten van het verleden en de complexe netwerken rond doping bloot te leggen in alle geledingen van de wielersport." Even verderop lezen we zelfs. "Het CIRC zal onder meer uitzoeken op welke manier de UCI en zijn officials hebben bijgedragen in het ontwikkelen van de heersende dopingcultuur door positieve testen in de doofpot te stoppen". Klinkt als een regelrechte aanval op McQuaid. De UCI staat met andere woorden voor een ontluizingsperiode. Of de luizenspray van het CIRC sterk genoeg zal zijn zal nog moeten blijken, al zijn er wel gunstige voortekenen. 

"Het CIRC zal onder meer uitzoeken op welke manier de UCI en zijn officials hebben bijgedragen in het ontwikkelen van de heersende dopingcultuur door positieve testen in de doofpot te stoppen"
Een blik op de samenstelling van het CIRC oogt alvast veelbelovend. Voorzitter van de commissie is Dick Marty, die assistentie krijgt van Peter Nicholson en Ulrich Haas. Stuk voor stuk sterke figuren die reeds het een en ander bewezen hebben. Marty verdiende zijn strepen als Zwitsers politicus en verrichte onderzoek voor de Raad van Europa.  Zo bracht hij onder meer een internationale orgaanhandel bij Kosovaarse gevangenen aan het licht en leidde hij een onderzoek tegen de CIA, dat illegaal mensen gevangen zou houden in Europa. Een schenenschopper eerste klasse met andere woorden. Peter Nicholson is een gewezen Australisch legerofficier die nadien zijn sporen heeft verdiend als onderzoeker en ervaring heeft met grootschalige internationale fraude in het Midden-Oosten en schending van de mensenrechten in Uganda en voormalig Joegoeslavië. Ulrich Haas is hoogleraar aan de universiteit van Zürich  en wordt aanzien als een autoriteit op het vlak van anti-dopingbestrijding. Aan knowhow en expertise ontbreekt het dit triumviraat dus zeker niet.

Omerta doorbreken
De installatie van een onafhankelijke commissie, dat onderzoek doet naar dopingpraktijken in het peloton,  had er overigens al veel eerder kunnen komen. Eind november 2012 was er reeds sprake van om een onafhankelijke commissie in het leven te roepen (UCI IC). Topman McQuaid was dan weer meer gewonnen voor een waarheidscommissie, maar daar verzette toenmalig topman bij het Wereld Anti Doping Agentschap (WADA) Fahey zich dan weer fel tegen. Die vond dat dit indruiste tegen de ethische wetten van de sport.  De goede intenties bleven al die tijd dode letter, tot Cookson er zijn verkiezingsbelofte van maakte. Om het project enige kans op slagen te geven diende het meningsverschil met het WADA uit de weg geruimd te worden. Ook daar had zich intussen een machtswissel voltrokken, waardoor Fahey plaats ruimde voor de Brit Reedie. De plooien werden onderling glad gestreken en het CIRC kon eindelijk van start gaan. 


Dick Marty: schenenschopper pur sang
Het CIRC houdt er op zijn zachtst gezegd eigenzinnige onderzoeksmethoden op na. Dick Marty is bijzonder gesteld op discretie in zijn onderzoeksdaden. Die discretie is nu ook het handelsmerk geworden van het CIRC. Hiervoor krijgt het nagenoeg carte blanche van de UCI, die volledige medewerking belooft. Zo worden renners aangemoedigd om bekentenissen af te leggen in ruil voor strafvermindering. Een agressieve aanpak die nodig is om de omerta in het wielermilieu te doorbreken klinkt het. Wie op het strafbankje gaat zitten dient man en paard te noemen. Wie waren de leveranciers, wie was er op de hoogte? De hoeveelheid verschafte informatie is hier recht evenredig met de mogelijke strafvermindering. Mauro Santambrogio was de eerste Italiaan die gebruik maakte van deze gunstmaatregel. Santambrogio testte positief na de Giro van vorig jaar. Zijn straf werd herleid van 4 jaar naar 18 maanden.  Op 2 november loopt zijn schorsing ten einde. Renners kunnen ook geheimhouding afdwingen indien ze overgaan tot bekentenissen zolang het onderzoek loopt.  In het beste geval volgt zelfs een volledige vrijspraak voor de betrokkene en zal er hierover niet gecommuniceerd worden. Dit lag (ligt) voor het WADA bijzonder gevoelig, al slaagde Cookson er dus wel in om een 'memorandum of understanding' af te sluiten met het dopingagentschap. Ook  andere nationale dopingagentschappen, zoals USADA, hebben ondertussen hun medewerking beloofd. 

 Nieuw is ook dat het onderzoek zich niet enkel op de renners toespitst. Ook louche figuren in de omkadering van ploegen en renners worden geviseerd. Die kwamen er in het verleden al te vaak veel te goedkoop van af. Finaal moet dit alles resulteren in een rapport met de nodige aanbevelingen en bevindingen. De keuze voor maximale discretie moet het onderzoek ten goede komen. De stroom aan geruchten en verdachtmakingen hebben het wielrennen de laatste jaren meer kwaad dan goed gedaan en vormden vaak een belemmering voor het lopende onderzoek. Het geweer is nu drastisch van schouder veranderd. De vernieuwende manier van werken van Marty kan er misschien wel voor zorgen dat er heel wat tongen loskomen. En als er eventueel ook koppen zouden rollen bij corrupte officials van de UCI dan is dat mooi meegenomen.  De waarheid heeft immers ook haar rechten. 

maandag 30 juni 2014

Steve Way: Van dikkerdje tot marathonkampioen

Van 110 kilo naar een marathon in 2h16'27". Hoe krijgt een mens dat voor elkaar? Maak kennis met Steve Way. Een 40-jarige  man met een apart levensverhaal die zich in Londen wist te kwalificeren voor de Gemenebestspelen (Commonwealth Games). Een verhaal over wilskracht en doorzettingsvermogen.

Mocht Steve Way besluiten een biografie te schrijven of te laten schrijven dan zou dat alvast geen oninteressant verhaal opleveren. Nog geen 8 jaar geleden zag het leven van deze Brit er heel anders uit dan vandaag de dag. Trainen voor een marathon behoorde toen nog niet tot de dagdagelijkse routine. Met 110 kilo zou het een helse lijdensweg zijn geweest. Hij moest daarentegen zien af te rekenen met een heel andere verslaving. Verslaafd aan afhaalmaaltijden, chocolade en sigaretten sleepte hij zich door zijn sedentair bestaan als bankbediende. Het keerpunt was de dag waarop hij besloot voor de lol deel te nemen aan een marathon.

Way oogt hier nog niet heel scherp
Met amper 3 weken training in de benen voltooide hij in 2006 zijn eerste marathon in 3:08. Met zijn lijvige gestalte was hij de vreemde eend in de bijt aan de finishlijn tussen al die goedgetrainde atleten. Way toonde voor de eerste keer zijn aanleg voor het marathonlopen, maar de vonk sloeg vooralsnog niet over. De loopschoenen vliegen opnieuw voor 18 maanden aan de kant en hij hervalt opnieuw in zijn oude gewoontes.

Zijn tweede marathon zou er meteen eentje worden voor de geschiedenisboeken. 2008 was het grote kantelmoment voor deze zwaarlijvige bankbediende. De sigaretten gingen de vuilnisbak in en fastfood maakte plaats voor een gezond en evenwichtig dieet. Uit het boek Advanced Marathoning haalde hij een schema om zich in 24 weken klaar te stomen voor een marathon onder 3 uur.  En of hij zijn doel haalde. Way finishte dat jaar in de top 100 in Londen in een tijd van 2:35.
"Sindsdien noemt hij zich op zijn blog niet langer marathonloper, maar wel ultraloper".
Meteen een tweede kantelmoment in de nog prille marathoncarrière van de Brit. Hij sluit zich aan bij een atletiekvereniging en zijn toewijding groeit week na week. Een jaar later staat hij in Londen opnieuw aan de start. Flink afgetraind deze keer wordt de finish in 2:25 overschreden en dat ondanks een sluimerende blessure aan de hamstrings. De jaren nadien loopt Way stilaan tegen zijn limieten aan, ondanks het opgedreven trainingsregime van 160 mijl per week.

Hier oogt hij al heel wat scherper
Voor het derde kantelmoment in Way' carrière moeten we iets meer dan één jaar terug in de tijd. Zoals steeds vormde de marathon van Londen ook dat jaar het grote hoofddoel. Naar eigen zeggen verkeerde hij nooit in betere vorm dan toen. Een blessure gooide roet in het eten, waardoor hij niet kon deelnemen. Way bleef niet bij de pakken zitten en besloot te trainen voor een internationale wedstrijd over 100 km. Hij won die ook met meer dan 40 minuten voorsprong op de nummer 2.  Zijn kwalificatie voor de Commonwealth Games dit jaar kwam ook voor Way onverwacht, aangezien hij zich meer en meer op het ultralopen ging toeleggen. Hij besloot pas in laatste instantie van start te gaan in Londen met het gekende resultaat. Het ultralopen geeft Way een nieuwe boost. Hij ziet zich voor het eerst ook als echte ultraloper. De marathon is een leuke bijkomstigheid geworden. Sindsdien noemt hij zich op zijn blog niet langer marathonloper, maar wel ultraloper.

Een ander groot doel voor hem is het wereldkampioenschap 100km in Doha in november dit jaar. De
zwaardere trainingen, waarbij  hij bvb op één weekend een marathon combineert met een trainingsloop over 40 mijl hebben tegen de verwachtingen in een gunstig effect op Way als marathonloper. In Glasgow, waar de Commonwealth Games dit jaar plaatsvinden, wil hij opnieuw een stuk sneller. Er zijn weinig atleten die het helse trainingsregime van Way kunnen bijbenen. Zijn trainingsgegevens houdt hij ook nauwgezet bij en kan door ieder van ons worden geraadpleegd op zijn blog. Vorige week liep hij een totaal van 132 mijl tegen een gemiddeld tempo van 6 minuten. Dat is meer dan 200 km tegen een gemiddelde van 3:44 per km. Zijn eigenzinnige trainingsprincipes hebben hem alvast mee aan de top gebracht . Hoe zegt men dat alweer met een gezegde? My WAY or the highway.


maandag 16 juni 2014

De fantastische kant van de FIFA World Cup

Leek de wereld maar altijd op de FIFA World Cup. Met deze boodschap maakt de FIFA reclame voor het vierjaarlijkse voetbalfestijn dat nu doorgaat in Brazilië. Los van de heersende corruptie bij deze organisatie, zie bericht hieronder, zou dat misschien niet eens zo slecht zijn, toch?

Toen ik met bovenstaande geconfronteerd werd tijdens de rust van Spanje-Nederland reageerde ik in eerste instantie verbolgen.  Waarom moest de wereld meer gaan lijken op de FIFA World Cup?  Nota bene het absolute toonbeeld van corruptie en hoogheidswaanzin. Neen, bedankt daar pas ik wel voor. In zo'n wereld wil ik niet leven. In eerste instantie vond ik het dan ook wansmakelijk dat juist de Fifa uitpakt met deze boodschap. Van het begeleidende reclamefilmpje, dat enkele voetballende kinderen toont van over de hele wereld, werd ik ook al niet veel vrolijker. En ook het officiële WK-lied, We are One, blinkt uit in meligheid en wil een te geforceerd beeld van samenhorigheid en verbroedering oproepen. Deze stereotypes geven de Fifa een haast menselijk flatterend kantje. Marketingtechnisch verdomd slim bekeken. 

Blijft de kernvraag of de wereld gedurende deze 4 weken nu echt een betere plaats is om in te leven? Na 5 dagen te hebben geleefd in WK-modus moet ik schoorvoetend toegeven dat men bij de Fifa wel eens gelijk zou kunnen hebben. Zo merkte ik plots een hevige opstoot van vaderlandslievende gevoelens bij een van mijn buren, die zijn huis aan het versieren was met tricolore vlaggen. Deze anders zo nuchtere mensen lieten hun sérieux even voor wat het was en zijn klaar om zichzelf te verliezen in een rollercoaster aan emoties. Ik kon een glimlach niet onderdrukken toen ik het zag.  
"We lijken voor heel even vrede te nemen met de ondraaglijke lichtheid van het leven en er verder geen vragen bij te stellen." 
Ook op sociale media laten mensen zich helemaal gaan. Profielfoto's en hoofdingsafbeeldingen kleuren bloedrood. Ook wie deze dagen een winkel binnenstapt kan er niet omheen. Merchandising in alle vormen en maten zullen de komende weken uw pad kruisen. Bij de bakker gaat het gesprek niet meer over Rosse Rita die alweer een scheve schaats heeft gereden, maar wordt er gepalaverd over de winstkansen van Wilmots en de zijnen. We lijken voor heel even vrede te nemen met de ondraaglijke lichtheid van het leven en er verder geen vragen bij te stellen. Ver weg van alle miserie waar we in het dagdagelijkse leven mee geconfronteerd worden. Verstand op nul, genietend van wat komen gaat en de talloze feestjes die er nog in het verschiet liggen moesten de Belgen ver kunnen doorstoten in het tornooi. Wat was dat absurde idee van Blatter weer? Een intergalactisch kampioenschap? Laat maar komen. 

dinsdag 3 juni 2014

Qatar 2022; de nu al historische vergissing van de Fifa

De timing kon alvast niet beter. Twee weken voor aanvang van de wereldbeker in Brazilië komt The Sunday Times voor het eerst naar buiten met harde bewijzen die aantonen dat de toewijzing van de het WK aan Qatar allesbehalve kosjer is verlopen. 

Verrassend zijn de recente onthullingen allerminst. Er hing al geruime tijd een schijn van fraude en omkoping rond het winnende bid van Qatar. The Sunday Times kon beslag leggen op documenten en mailverkeer die zwart op wit bewijzen dat enkele leden van het Uitvoerend Comité van de Fifa  zich lieten omkopen. Spil in het verhaal is de Qatarees Mohammed Bin Hammam, die op het moment van de verkiezing ook deel uitmaakte van het UC.

Mohammed Bin Hammam
Het Uitvoerend Comité  is het meest voorname beslissingsorgaan van de Wereldvoetbalbond.  Of het nu gaat over het vastleggen of aanpassen van de spelregels dan wel de toewijzing van een groot kampioenschap. Het Uitvoerend Comité bestaat uit 24 leden, die min of meer evenredig verdeeld zijn over de verschillende continenten waar voetbal wordt gespeeld. Zo levert Europa nog steeds het leeuwendeel van de leden (7). En dit  terwijl het Oude Continent verhoudingsgewijs stilaan langs alle kanten wordt voorbijgestoken door onder meer Azië en Zuid-Amerika.  Voor België zetelt Michel D'hooghe in het UC. Dat de leden van dit comité alles behalve een smetteloze reputatie met zich meedragen is genoegzaam bekend. Zo moest zelfs D'hooghe, die we in België kennen als een aimabel en betrouwbaar man, in 2011 na onthullingen van  The Sunday Times toegeven dat hij in Brugge bezoek kreeg van een Russische lobbyist die hem een waardevol schilderij zou hebben geschonken in ruil voor zijn stem. In het manifest van de Fifa staat nochtans dat het verboden is voor leden van het UC om relatiegeschenken te aanvaarden in wat voor vorm dan ook.  D'hooghe zou dit naar eigen zeggen wel hebben gemeld bij de Fifa en er werd verder dan ook geen gevolg meer aan gegeven.

Jack Warner
De toekenning van het WK 2022 aan Qatar mag nu al als een historische vergissing bestempeld worden. En tot dat besef lijkt ook stilaan Sepp Blatter, voorzitter van de Fifa, te komen. Rijkelijk laat als je weet dat er in Qatar al volop gebouwd wordt aan enkele stadions. Een herziening van de kandidatuur lijkt in ieder geval niet voor morgen, hoe confronterend de bewijslast die The Sunday Times boven water bracht ook moge zijn. De beschuldigingen aan het adres van Bin Hammam zijn dan ook niet min. Van ruim een handvol leden werd aangetoond dat zij smeergeld ontvangen hebben van de Qatarees. In totaal voor een bedrag van ruim 3 miljoen euro. Daarbij richtte Hammam zijn pijlen voornamelijk op Afrika, met vier stemgerechtigden een belangrijk target. Daarbij is het een ongeschreven wet dat deze landen net iets soepeler omspringen met fraudepraktijken. Zonder deze 4 stemmen had het bid van Qatar niet eens de tweede ronde gehaald. Ook de contacten tussen Hammam en Jack Warner, toenmalig lid van het UC uit Trinidad en Tobago, doet de Engelse kwaliteitskrant haarfijn uit de doeken. Warner was met 1,17 miljoen euro wel net iets duurder dan zijn Afrikaanse collega's. Pikant detail, normaal gezien beslissen de 24 leden van het Comité over toewijzing van een groot kampioenschap. In 2010 werd noodgedwongen gestemd met 22 nadat bleek dat 2 leden bereid waren smeergeld aan te nemen toen journalisten van The Sunday Times zich voordeden als lobbyisten. Het kwam Hammam alvast goed uit. 
"Op 29 mei datzelfde jaar werd Hammam levenslang geschorst door de ethische commissie. Toeval, of een vakkundige geregisseerde afrekening langs de kant van Blatter?"
Zowel Warner als Hammam werden in 2011 door de ethische commissie van de Fifa geschorst. Maar het is pas na de onthullingen van The Sunday Times dat alles nu in een stroomversnelling is geraakt en de Fifa genoodzaakt is met een rapport naar buiten te komen. Het moge duidelijk zijn dat ze dat potje liever gedekt hadden gehouden. Al heeft men er bij de Fifa een handje van weg om zo'n problemen op eigen wijze op te lossen. Hammam was tot oktober 2010 een trouwe luitenant van Blatter, die zich op dat moment opnieuw kandidaat stelde voor een vierde ambtstermijn. Op die manier wist hij op te klimmen in de hiërarchie en schopte hij het tot  voorzitter van de AFC (Asian Football Confederation). Eind 2010 maakte hij bekend zich kandidaat te stellen voor het voorzitterschap van de Fifa. Die verkiezing zou plaats vinden begin juni 2011. Op 29 mei datzelfde jaar werd Hammam levenslang geschorst door de ethische commissie. Toeval, of een vakkundige geregisseerde afrekening langs de kant van Blatter? Was Blatter bang dat Hammam opnieuw zijn beproefde (omkoping) tactiek zou toepassen in zijn gooi naar het voorzitterschap? Maar laten we het niet te ver drijven en er gewoon vanuit gaan dat de ethische commissie gewoon haar werk deed, al doet de timing hier anders vermoeden. 

Kafala-systeem
Zou de ethische commissie van de Fifa zich overigens ook over de kandidatuur van Qatar gebogen hebben?
Protest tegen de werkomstandigheden in Qatar
De vele wantoestanden die beetje bij beetje aan het licht komen zijn de Fifa een doorn in het oog. De Qatari nemen het bijvoorbeeld niet al te nauw met de mensenrechten. Een schrijnend voorbeeld is dat van de Frans/Algerijnse voetballer Zahir Belounis. De Fransman tekende in 2007 een contract bij El Jaish. Een dispuut over achterstallig loon in 2010 zorgde ervoor dat hij 19 maanden gevangen zat in het oliestaatje. Werknemers, waaronder dus ook voetballers, in Qatar werken namelijk onder het Kafala-systeem. Dit houdt onder meer in dat de werkgever opdraait voor het verblijf van de werknemer, maar ook instaat voor het uitreiken van visa. Dit systeem werd onder meer al aangeklaagd door Human Rights Watch, omdat werkgevers op die manier hun werknemers in hun macht hebben. Naar schatting werken ongeveer 1,2 miljoen laaggeschoolde arbeiders uit Zuidoost-Azië onder dit systeem. Het was pas nadat Belounis dreigde met een hongerstaking en de media lucht kregen van het verhaal dat de profvoetballer eind vorig jaar het land kon verlaten met een geldig uitreisvisum.

Mobiliteit
Ook wat betreft de werkomstandigheden bereiken ons onheilspellende berichten. Naar schatting zijn nu al meer dan 400 arbeiders om het leven  gekomen  bij de voorbereidende werkzaamheden voor het WK. Aan dit tempo zullen bij het voltooien van de werkzaamheden enkele duizenden arbeiders het leven hebben gelaten. Een krachtig signaal van de Fifa is hier dus zeker op zijn plaats. Ter vergelijking; in Brazilië vielen tot hiertoe een handvol dodelijke slachtoffers te betreuren. En dan is er natuurlijk ook de warmte die voetballen in juni en juli onmogelijk maakt. Dit zou verholpen kunnen worden door een aangepaste klimaatregeling in de stadions, maar ook dat systeem komt meer en meer onder vuur te liggen. Een WK in de winter, wanneer de temperaturen ginds draaglijk zijn, is dan weer onbespreekbaar voor de Europese clubs, die hun spelers liever niet geruime tijd willen missen in het midden van de competitie. Ook op vlak van mobiliteit lijkt Qatar niet klaar te zijn om miljoenen voetbalsupporters te ontvangen. De tien stadions zouden namelijk op minder dan 50 kilometer van elkaar komen te liggen. Alles bij elkaar opgeteld is het onbegrijplijk dat Qatar het WK toegewezen kreeg. 

De toekenningsprocedure die de Fifa hanteert voor het WK is dringend aan herziening toe. Te fraudegevoelig en allesbehalve transparant en eerlijk. De oplossing is nochtans heel simpel. Zorg ervoor dat alle leden die deel uitmaken van de Fifa (209) hun stem kunnen uitbrengen. Net zoals dat bij het IOC, Internationaal Olympisch Comité, het geval is. Bij de toekenning van de Spelen aan Tokyo in september vorig jaar brachten alle 105 IOC leden uit 76 landen hun stem uit. Toegegeven ook dit systeem is voor verbetering vatbaar. Want waarom krijgen sommige landen (Oekraïne, Amerika...) meer stemgerechtigden leden dan pakweg België en Nederland. Ook hier is de kans op fraude niet onbestaande, maar het wordt natuurlijk wel een heel stuk moeilijker op die manier.