vrijdag 2 december 2016

Seks en wielrennen

Al vanaf het moment dat ik hem op TV zag had ik iets van die mens moet ik niet. Zo zelfvoldaan als hij in de lens van de camera keek met een soort van minachting rond de lippen.  Die persoon heeft een boek geschreven. Een boek dat niet op applaus werd onthaald in de wielerwereld. 

Thomas Dekker ofwel het eeuwige talent, zoals hij ook wel wordt genoemd, prijkt met diezelfde zelfvoldane glimlacht op de cover van zijn biografie. Een biografie die een onthutsend beeld schept van de wielerwereld net na het tijdperk Armstrong. Een interessant periode in het wielrennen die bol staat van de dopingexperimenten. Georganiseerd dopinggebruik behoort vanaf 2005 stilaan tot het verleden en renners zijn meer en meer op zichzelf aangewezen als het op doping aankomt. De ploeg knijpt een oogje dicht.  Het is ook de periode dat schimmige figuren hun opwachting maken in het peloton, zoals Eufemanio Fuentes. Een ietwat norse Madrileen die nog slechter Engels spreekt als Manuel uit Fawlty Towers.  Ook Dekker raakt via zijn manager Hanegraaf in contact met de bloeddokter en al snel is hij er vaste klant. Het procédé is simpel. In het voorseizoen vliegt hij enkele keren naar Madrid, waar hij in een hotel een zak bloed laat aftappen die dan wordt bewaard voor de belangrijke afspraken in het wielerjaar.  Dat kost hem 10.000 euro per jaar. Na 1 jaar wordt Fuentes opgepakt en stapt Dekker over op Dynepo, iets wat tot dan toe niet opspoorbaar was.



Dekker praat openlijk in het boek over zijn dopinggebruik. Dat op zich is bewonderenswaardig, want veel heeft hij er niet meer bij te winnen. In tegenstelling tot zijn oud ploeggenoot Boogerd, die nooit het achterste van zijn tong heeft laten zien op dat gebied. Boogerd wordt in dit boek weggezet als een gluiperd eerste klas die overal mee wegkomt. Als het boek één verdienste heeft dan wel dat Boogerd eindelijk helemaal door de mand valt. Maar Boogerd blijkt niet enkel goed overweg te kunnen met de dopingspuit. Naast doping vormt ook seks een rode draad in dit boek. De seksavontuurtjes van de Rabobankers wordt tot in detail beschreven. Dat is een kant van het wielrennen die we nog niet te vaak gezien hebben. Als zelfs een op en top professional als Rasmussen zich op de vooravond van de Tour van 2007 laat gaan dan kan je misschien wel de vraag stellen of dit soort van uitspattingen niet vaker voorkomt in het peloton dan we denken.


Een biografie is meestal een loutering van een succesvolle carrière. De hoogtepunten komen uitgebreid aan bod terwijl de dieptepunten slechts sporadisch vermeld worden. In dit boek is het net andersom. Evenzeer vertelt Dekker over zijn successen. Hoe hij bijvoorbeeld als broekventje van 18 jaar Cancellara klopt in de Ster Elektro Tour. Of hoe hij in 2006 Tirreno Adriatico wint. Maar die successen wegen niet op tegen al de miserie die hij zichzelf heeft aangedaan en de gevolgen ervan. Hoe hij verslaafd aan de drank wegkwijnt tijdens zijn dopingschorsing. Hij troost zoekt in het uitgaansleven en meer dan 150.000 euro spendeert aan peperdure reizen en hij dronken crasht tegen een boom, zijn vruchteloze zoektocht naar een nieuwe ploeg, zijn nieuwe rol als knecht bij Garmin, zijn gevecht met de UCI.  Hij spaart zichzelf allesbehalve in dit boek.

Is dit boek een aanrader voor onder de kerstboom? Ja en nee. Ja, omdat het boek vlot leest en het feit dat hij hier afrekent met Boogerd is een mooie bonus. De vele taalfouten moet je wel voor lief nemen. Neen, omdat het boek toch net iets te veel naar sensatie op zoek is. Dekker wil choqueren, maar maakt van zichzelf en het wielrennen haast een karikatuur.  Dekker speelt met dit boek in op de nieuwsgierigheid die in ieder van ons schuilt.  Seks en wielrennen, dat moet toch verkopen?